Na één minuut al zat ik op het puntje van mijn stoel. Als een Professor van de TU Delft begint met de mededeling dat hij recordhouder verliesgevende bouwprojecten is, dan wil je wel weten wat hij te vertellen heeft. Ik was te gast in het Albert Schweitzer Ziekenhuis bij de opening van het nieuwe OK-complex (door Cofely georganiseerd).
Aan het woord was Prof.dr.ir. Hennes de Ridder, en hij nam ons in sneltreinvaart mee in zijn analyse van de bouwsector, de fouten die daar gemaakt worden, de kosten die dat met zich meebrengt, en welk aandeel “de Bouw” heeft in termen van energieverbruik, CO2-uitstoot, wegverkeer, Afvalproductie, en faalkosten…. Indrukwekkend, en niet zozeer in de positieve zin van het woord…
Maar daar waar het soms eindigt met een analyse van alles wat er fout gaat, ging Hennes verder met een oplossing. Een oplossing die uitvoerbaar is. Een oplossing waar lang en breed en diep over nagedacht is. Hij noemde het “De legolisering van de bouw”. Het concept dat hij besprak samengevat in een paar zinnen:
“De huidige praktijk komt neer op het gefragmenteerd, ambachtelijk en bouwen van eenmalige, unieke, klantspecifieke bouwwerken, die voor lange tijd onwrikbaar en moeilijk aanpasbaar op een bepaalde locatie staan. Deze praktijk zal plaats maken voor geïntegreerd Research @ Development met co-makers, gericht op het creëren van productfamilies met onderliggend: geïndustrialiseerd gemaakte bouwdozen met onderdelen, van waaruit unieke, klantspecifieke bouwwerken kunnen worden gemaakt met hoogwaardige architectuur en kwaliteit, die moeiteloos en zonder overlast zijn aan te passen aan veranderende omstandigheden”.
Het komt erop neer dat bouwwerken gemaakt worden van een aantal vaste elementen waarmee eindeloos mee gevarieerd kan worden. Uitbreidingen of mutaties kunnen eenvoudig verricht worden omdat er altijd dezelfde basiselementen voorhanden blijven. Een tweede aandachtspunt is de kennis die bij bouwwerken en -processen nodig is. Nu gebeurt het te vaak dat die kennis in “een map in de kelder van de aannemer” of in het hoofd van een ingenieur zit. Hennes heeft vergaande ideeen hoe e.e.a. ingericht kan worden zodat het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden hoeft te worden.
Hij lichtte zijn theorie toe met aansprekende voorbeelden. En ik werd steeds enthousiaster. En onder de indruk van deze voor mij nieuwe visie schuifelde ik richting de koffie, waar ik de projectleiders van het ziekenhuis die zojuist dus een complex OK complex hadden opgeleverd vroeg hoe ze de lezing vonden. En zij kwamen tot de conclusie dat er nog wel een lange weg te gaan is, maar dat er op onderdelen al geprobeerd wordt van de gebaande wegen af te leiden.
Zembla, Argos, Tegenlicht, Radar en niet te vergeten sommige prachtige documentaires van de VPRO, het zijn kritische programma’s waar ik graag naar kijk. Maar soms word je er niet vrolijk van. Maar van deze professor werd ik vrolijk. Niet alleen om dat wat hij inhoudelijk zei, ook zijn realiteitszin was een verademing. En niet in de laatste plaats werd ik vrolijk omdat ik besefte dat deze professor aan een TU lesgeeft, en dat toekomstige studenten zijn visie zullen meekrijgen. En dat is dus “zaaien”… De weg die Hennes beschrijft is lang, maar het begint met een visie!
Uiteraard zijn er op dit moment nog meer ontwikkelingen die duurzaam bouwen bepleiten en stimuleren zoals Circulaire Economie en alle initiatieven voor duurzaamheid.
Ik kreeg ook nog eens een gesigneerd boek van de professor himself. “Legolisering van de bouw” (*). Eigenlijk moet iedereen die ook maar iets met bouwen te maken heeft dit boek lezen!
En eigenlijk kan ik maar één conclusie trekken:
Hennes for President!
(*) Uitgegeven door mauritsgroen mgmc – geeft boeken en brochures uit die inspireren tot duurzame oplossingen http://www.mgmc.nl
ISBN/EAN: 978-90-78171-15-7
O ja, los van de ingewikkelde bouwkundige uitdagingen, zijn er ook andere uitdagingen; hoe geeft ik een OK een vriendelijke uitstraling met alle hygiëne-eisen? Het Albert Schweitzer is daar goed in geslaagd….