Time flies when you are having fun. Gisteren vertrokken van de camping in Edinburg. Een hele mooie camping (niet van de caravanclub, dus leo wil er wel lid van worden, het was zijn favoriete camping). Prachtig gelegen en mooie faciliteiten. En….. die mooie kroeg op de hoek waar we weer lekker hebben gegeten…. We hebben een nieuwe lader gekocht en die heeft de accuutjes weer heeeeelemaal opgeladen. Dat voelt altijd goed. Er was een Halfords vlak bij de camping. Ook dat nog……
Vandaag zijn we aangeland in Nairs. Gisteren overnacht in Newburgh, een gehucht boven Aberdeen aan de Oostkust van Schotland. Weer aan de duinen, ditmaal op de plaats waar normaal de paarden gestald moeten worden (only buses and horses). Vond dat wij een camperbus hebben, dus een bus is het eigenlijk…. Maar feitelijk gesteld kun je zeggen dat wij wel burgerlijk ongehoorzaam zijn en het risico nemen om daar te staan. De kans dat er gehandhaafd wordt op 13 december is nihil. Er is geen kip te bekennen. Op wat hondenuitlaters na. Natuurlijk nemen wij daarmee ook het recht in eigen hand. Wij menen dat wij wel een uitzondering kunnen maken, want niemand heeft er last van. En ja, is dat zo? Ik denk dan ook aan de mensen die vinden dat zij ook dingen doen die eigenlijk niet mogen, maar waar niemand last van heeft. Bijvoorbeeld graffiti spuiten. Had zelfs ooit via twitter een discussie met een mevrouw die vond dat de wereld er beter op werd, en vond het broodnodig om iets tegenover de schreeuwende reclames aan de kant van de weg te plaatsen. Zij vond het legitiem, in het belang van de mensheid, dat er schoonheid verspreid moest worden naast alle reclames. En over de pamfletten in ons dorp die overal worden opgeplakt, op bushokjes, verkeersborden en informatieborden, met daarop de boodschap de Mien 50 is geworden, Dirk 60 en Troela 40 maar niet te spreken. “Dat moet kunnen” hoor je ze zeggen. En ja, ik hoor mezelf ook zeggen “dat moet kunnen’ als we weer een mooi illegaal plekje hebben gevonden…..
Maar ja. Ondertussen nog een opzet voor een blogje voor mijn musch facilities blog gemaakt. (www.muschfacilities.wordpress.com). Over horeca enzo. Maar weet nog niet of hij sterk genoeg is en of de boodschap duidelijk is. Kortom, twijfel, en dan moet je het niet doen. Hieronder vinden jullie hem, laat maar weten wat je ervan vindt…. En ook de titel kan beter…. ik denk er nog even over verder…
We staan nu op een nieuw illegaal plekje, aan de boulevard. Met de branding op de achtergrond en een mooi groot strand – totdat het vloed werd – waar spits zich helemaal heeft kunnen uitleven.
Morgen richting lochness….. Benieuwd hoe Spits op het monster reageert…..
Horeca is een vak – maar je leert het niet uit boekjes
“Maar zag je dat dan niet? Die man en die vrouw aan dat tweetje.”. Ik had niets gezien. Maar als je met een exkroegbaas in de kroeg zit, kun je ervanuit gaan dat je niets hoeft te missen, tenminste, als hij bereid is zijn observaties met je te delen. Net zoals op het water heeft hij schijnbaar 4 paar ogen, en 5 paar oren. Leo heeft in een minuut door hoe de stemming is in de kroeg, heeft na een tien minuten een eerste analyse gemaakt van het volk dat er normaal gesproken komt, en na het bestuderen van het inventaris volgt zijn prognose omtrent de levensvatbaarheid van het etablissement….
Nee, hij is geen Herman Bijker. Maar zijn kritische blik raakt hij niet kwijt al is het inmiddels wel lang geleden dat hij zijn eerste café had.
Onderweg in het buitenland als we op vakantie zijn kan hij goedkeurend zitten kijken naar de vakbekwame bediening in goedlopende horecagelegenheden. “Hier is horeca nog een vak”, mijmert hij dan niet zelden. “Een vak met aanzien’. En dat is in Nederland ver te zoeken. Hier wordt vaak een beroep gedaan op studenten en jonge mensen in horeca en hotelwezen, die net als ze de kneepjes van het vak gaan leren, weer vertrekken om een échte baan te zoeken. Ironisch gezien begon Leo zelf ook al op zijn zeventiende als nachtportier in een Rotterdams hotel. De taakomschrijving was kort maar duidelijk; zoveel mogelijk kamers verhuren met zo min mogelijk last voor de hotelgasten. Dus druktemakers of lawaaimakers moesten geweerd worden. En achter de grote balie in de nachtelijke uren tussen de voordeur en de receptiebalie maakte hij zijn keuze; Ga ik deze persoon inschrijven of wordt de boodschap: “Sorrie, geen kamer meer vrij”. Los van zijn inschattingsvermogen moest hij het hebben van zijn zelf ontwikkelde selectiecriterium: de schoenen. Als de schoenen niet pasten bij de rest van de kleding, dan klopte er iets niet. Dan waren er rare dingen aan de hand, en rare dingen moesten we niet hebben in het hotel. Dus dan was het hotel vol.
Horeca is een vak. Een vak dat je leert op school, maar soms ook ś nachts, achter de balie van een Rotterdams hotel