Je mag niet overal wild kamperen.
Maar je mag ook niet doorlopen als het licht bij de voetgangersoversteekplaats op rood staat. Er zijn van die dingen.
Wij houden altijd een aantal zaken in de gaten; kan er iemand last van ons hebben? Bederven wij het uitzicht van iemand? En stralen we uit dat wij ons pontificaal gaan settelen ergens? En hoeveel campers staan er al? Wij draaien zelfs de luifel niet graag uit. We zetten de stoelen ’s nachts binnen en we blijven over het algemeen niet langer dan een dag ergens staan. Verder mijden we andere campers. We zijn erg op onszelf. Mede omdat je als enige camper nog niet zo bedreigend bent als een groep die groter en groter wordt.
Maar eergisteren was het anders; het was zo’n mooie stek en ik had voorgesteld te blijven. De Amsterdammers waren op veilige afstand, maar hadden een volledig geouttilleerde keuken buiten staan, een vloermat, een aantal stoelen, een windschermachtig iets, en bij het wiel stond een kruidentuintje…… Een campermanent!..
Wij waren al aangesproken met de mededeling dat het kamperen daar illegaal was. En toen hadden we het al moeten weten. Als er teveel over gepraat wordt, dan moet je gewoon wegwezen, opzouten. Wild kamperen moet je zo doen dat je niet opvalt, niet bestaat. Dus er verscheen rond achten een politie-agent, en die zei dat we weg moesten.
Binnen 5 minuten waren we ingepakt en zaten we on the road. Omdat we vaak dagelijks verkassen is ons inpakritueel wel efficient geworden.
We hebben de navigatie gepakt en de eerste de beste camperplaats geselecteerd. Daar zijn we gisteren aangekomen. We moesten nog een stuk rijden in het pikkedonker op grotendeels onverlichte kronkelige wegen. Maar we zijn aangekomen op een prachtig mooie camping aan het water waar we – speciaal op mijn verzoek – zijn blijven staan. Voor Leo is het nog steeds wennen. Op een camping, op onze witte Hartmannstoelen op een rijtje aan het water ondere de luifel. Maar hij gunt het me. We weten niet eens waar we precies zijn. Ergens ten zuiden van Zacharov. Maar doet het er toe?
Het is de eerste keer dat we weggestuurd zijn in de acht jaar dat we samen met de camper reizen. Voor leo de tweede keer. De eerste keer was toen hij met zijn 4WD een reis door Afrika maakte. In Lusaka, de hoofdstad van Zambia. Hij had nog niets uitgepakt en toen kwam de politie al. Die adviseerde hem om op te breken, want ze waren voornemens een klopjacht te gaan houden daar en het zou kunnen dat ze dan in een spervuur terecht zouden komen. Ze hebben hem toen in kolonne naar het plaatselijke politiebureau gebracht waar ze in de voortuin hebben kunnen overnachten. Dat is nog eens wild kamperen.
Het is hier goed toeven. Goed weer, prachtige zon. En een camping die schoon, sympathiek, niet te duur, netjes en rustig is. Aan een lieflijke baai, met een strandje op 6 meter afstand en een Duitse buurvrouw die zelfgemaakte tzaziki uitdeelt. Waar ze heul, heul veel knoflook in heeft gedaan. Dus samen produceren we een enorme knoflookwalm. Spits en ik… Want die is er ook gek op. Arme Leo…..
rastahondje……
ook in het water, altijd gek op stokken. Ultieme manier van hond uitlaten, lekker aan het strandje gaan staan en dan de stok een 30 keer zo ver mogelijk in het water gooien. Spits weet van geen ophouden……
wat een prachtige plek Sylvia!..
ja monique, het is echt zo’n fijne camping. Niet zo’n massaal ding. Klein winkeltje, koelkasten voor de gasten, goede gratis douches, netjes alles onderhouden, er straalt gewoon zorg uit.
Het is overigens Camping Navarin bij Pylos. Een aanrader!!