Blokjes

Ja. Als je niet mag wildkamperen dan moet je een camperplaats of camping opzoeken. Net over de Spaanse grens vond ik een camperplaats, een gedoogplaats. Er stonden al wat campers, onder andere in de vakken waar ook een bord met een bus bij stond. Dat vak was bedoeld voor bussen. Aangezien daar de meeste plek was, ben ik daar gaan staan. Er waren namelijk helemaal geen bussen. En het was al over zessen. En als er wel bussen zouden komen, dan zou ik gewoon weggaan.

Het vak was alleen wel scheef. Dus normaal gesproken haal je dan de blokken voor onder je banden tevoorschijn. Maar ik aarzelde. Dit was een gedoogplaats en als je blokken zet, dan is het wel overduidelijk dat je daar wilt overnachten. Dus ik keek de boel even aan. Zat wel even te twijfelen. Scheef slapen is namelijk niet lekker. Hoewel het ook wel weer uitmaakt of het scheef in de lengte of scheef in de breedte is, en dat hangt dan ook weer af of je bed in de breedte of in de lengte is. Dus.. daar zijn geen wetten in de zin van scheefstanden voor….  Toen kwam er een nieuwe buurman in het bussenvak en die sleepte enthousiast zijn blokken uit de berging.  Ja, toen dacht ik ook meteen  “zal ik het dan toch ook maar doen”.

Maar ik vond het zo slap van mezelf dat ik die buurman blijkbaar nodig had om die blokken te pakken dat ik meteen principieel besloot het niet te doen. Ik was nog net bezig met de psychologische analyse van mijn beweegredenen,  en enige zelfreflectie rond het thema beïnvloeding (waarbij ik de Leofaktor ook zou betrekken) toen een overbuurman, die niet in het bussenrijtje stond, naar de blokkenbuurman gebaarde.  Die dribbelde er naar toe en er werd wat overlegd. Overbuur wees naar het bussenbord. En terstond reed de buurman weer van zijn blokken af en parkeerde zijn mobilhome in een ander vak.  Maar ik – sterk als ik ben – ben blijven zitten!

Nee, dan een camping. Dat had ik mezelf beloofd voor vandaag. Stuk relaxter, makkelijker, en geen bussenrijtjes. Ik vond een bergcamping zo’n 350 kilometer voor Alandroal. Zodat ik morgen een laatste ritje zou maken. Het was wel een behoorlijke klim met aardig wat haarspeldjes. De automaat deed het prima. Had wel bestudeerd hoe ik eventueel op de handschakeling zou moeten overschakelen. Het zou een camping zijn met restaurant, bar en allerhande voorzieningen. Voor de somma van 25 Euro, dan mag je wat verwachten….

Maar toen ik aankwam, zag ik een vervallen bar/restaurant en een ketting voor een afrit die blijkbaar naar een camping zou leiden. Roestig, stoffig, en geheel verlaten.  Maike, die graag verlaten plekken fotografeert, zou ervan smullen. Het receptiegebouwtje zag eruit alsof de laatste gasten anno 1930 hadden uitgechecked (jaartal he, geen tijd). Leeg. De grote houten deur van het hotel piepte en klemde toen ik hem openduwde. Ik kwam bij de receptie van het hotel. Niemand te bekennen. Donker…. Ik deed de deur naar het restaurant open maar geen teken van leven. Ergens ver hoorde ik iets maar dat was te vaag en ik had er al helemaal geen vertrouwen meer in.

Toch even shit. Ik keek op de navigatie naar een nieuwe camping. 31 kilometer verderop. Ik besloot toch nog een poging te wagen en liep terug het hotel in. Ik liep op het geluid af. Moest een lange trap naar beneden en kwam ergens in de catacomben aan. Toen hoorde ik geamuseerd geluid, veel mensen, praten, achter een deur. Ik trok de stoute schoenen aan en stapte naar binnen. Daar zat een gehele Spaanse familie met een hoog Bertolli-gehalte uitgebreid aan een immens lange tafel te lunchen. Het geluid verstomde. Ze staarden naar me.  “Ola” zei ik, terwijl ik met mijn wandelschoenen en fleecebroek wel wat detoneerde bij de opgedofte familie. Ik zag in de verte een serveerster die met haar rug naar me toe stond. Ik liep naar haar toe en sprak haar aan. Ze draaide zich om, schrok zich te pletter  en  kon geen woord uitbrengen. Haar mond stond wagenwijd open, en dan overdrijf ik niet…… Dat hield ook werkelijk enkele seconden aan.

Ze was niet in staat ook maar één geluidje uit te brengen en staarde me met grote ogen aan. Ik kwam echt niet meer bij. Uiteindelijk had ze de tegenwoordigheid van geest om iemand te gaan roepen. Toen kwam er een dame en die zei dat de camping open was. Ik was wel de enige gast……

Zo, en nu sta ik dan op een verlaten terrein. De electriciteit deed het alleen in vak 2 en ik sta in vak 47. Dat was de grootste plek, en da’s lekker.  En oh…. Wat goed dat ik de grote haspel met verlengsnoer heb meegenomen. Die namen wij altijd mee met de camper. Heb er nog over getwijfeld. Maar kwam nu goed uit.

Ik zit nu dus heel allenig op een hele stille, donkere, verlaten bergcamping….

O zo veilig. Maar inchecken op een wildkampeerplek geeft minder stress!

Lekker hutspot gegeten uit de vriezer van Trudy, o nee, lekker hutspot van Trudy gegeten uit de vriezer. Ik heb deze dagen geen boodschappen hoeven doen. Alle algemene dagelijkse basisbehoeften zijn aan boord; chips, wijn, chocolade. O ja, en brood en eten.

Morgen de laatste etappe!

Benieuwd hoe het inchecken gaat op Campground  Elsa.

7 gedachten over “Blokjes

  1. En nog wel een beetje geslapen schuinweg? Leuk stuk. Fijn dat het tot nu toe allemaal lukt. Alleen is maar alleen maar met delen via je blog zijn we allemaal een beetje bij je. Groet. Sia

  2. Een grote, blonde vrouw alleen op een bergcamping… ja, dat is natuurlijk vragen om open zakkende monden bij die kleine Spanjaarden! Ha, ik zie het voor me!

  3. Geweldig verhaal Syl.
    Spanje blijft je verrassen. Ben benieuwd naar de volgende camper plaats.
    Groet Fred

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s