Het is raar. Er klinkt muziek uit het dal. Normaal gesproken hoor je bij Els alleen het gezoem van de bijen, het gehop van de hop (dat klinkt als: hop-hop-hop) en de bellen van de schapen. Maar er is ook wel iets te vieren. Portugal wint het Eurovisie-songfestival en Benfica wordt kampioen. En ook Feijenoord wordt kampioen maar ik denk dat ze dat niet hebben meegeteld.
Het weer wordt steeds beter en heter. Dat is fijn maar het maakt me er niet gerust op om Spits achter te laten in de camper als we weggaan. Aanvankelijk dacht ik dat de airco een oplossing zou zijn. Maar het stroomnet is hier zo onbetrouwbaar dat ik het niet aandurf. De stroom valt hier geregeld uit en dan kan ik niet het risico nemen dat Spits in de camper zit die binnen een mum van tijd bloedheet zou worden.
Als ik met Els op haar terras zit, zit Spits onder de camper in de schaduw. Maar hij registreert donders goed dat wij gezellig bij elkaar zitten, en dat daar drie honden bij zijn. Hij loopt dan in de hitte naar het hek en gaat zitten jammeren. Het blijft echt lastig.
Maar wat erger is, is dat mijn luifel kapot is gewaaid. Ik zette hem op terwijl er echt niet veel wind was. Maar er was plotseling een windvlaag die hem totaal optilde, en over het dak van de camper zwaaide. De twee knikarmen zijn gebroken en een steunpoot is gebogen. Ik kon de luifel samen met Gérard gelukkig nog wel ingeklapt krijgen maar hij is niet meer te gebruiken. Gelukkig is hij verzekerd maar in deze streek zijn er geen dealers waar je dat soort zaken kunt laten repareren.
Een en ander deed me besluiten toch naar een camping uit te wijken. Dan zou ik met Spits een schaduwplekje kunnen zoeken en een paar nachtjes met nicht Ria kunnen bivakkeren. Dan zou hij wat rust krijgen omdat hij niet steeds de andere honden om hem heen heeft en omdat hij dan kan genieten van mijn onverdeelde aandacht.
Dus ik toog naar een camping in de buurt en daar vond ik een plek in de schaduw onder een grote steeneik. Volgens de wet van behoud van Ellende werd Spits daar echt gek van alle kleine scherpe takjes en stukjes die onder de boom lagen en volledig in zijn vacht bleven zitten en in zijn vel staken. Ik besloot de volgende morgen een andere plek te zoeken op de camping.
Ik vond een mooie, schaduwrijke plek met gravel als ondergrond, want je mocht gaan staan waar je wilde volgens het pricincipe “wie het eerst komt”, maar toen ik me net had geïnstalleerd kwam de campingdame toch vragen weg te gaan want ze had hem juist aan andere gasten vergeven. Ik moest uitwijken naar een plek zonder schaduw. Zonder luifel. Met een zwarte, langharige hond. In de brandende zon. Ik kon de airco aandoen maar dan zouden de mensen naast me er last van hebben. Ik zou kunnen weggaan overdag maar dat zou een soort vluchten zijn en wil ik niet hoeven te vluchten. Ik kon niet naar het zwembad van de camping met Spits want daar was het te heet. En Spits achterlaten wilde ik niet.
Ik werd nog triester toen ik bedacht dat ik ’s avonds, als Ria aan zou komen, geen enkele privacy zou hebben. Als we buiten gingen zitten en uitgebreid zouden bijpraten, zou iedereen ons kunnen horen, en niet alleen dat, ook verstaan, want het gros was Nederlands!
Ik was het helemaal zat. Werkelijk helemaal zat. Het huilen stond me nader dan het lachten. En toen kreeg ik het geniale idee de Herdade te bellen. Met de vraag of dat huisje van Wendy vrij was….. Vervolgens boekte ik het voor 4 nachten. En anderhalf uur later arriveerde ik er met de camper en diezelfde middag lag ik uitgebreid in het zwembad.
Heerlijke koelte, in dat huisje. Wat een genot. Voor Spits in de eerste plaats maar voor mezelf ook. Ik kan Spits hier in het huisje achterlaten zonder zorgen. En Spits kan hier buiten vrij rondlopen. Totale privacy. En een goddelijk zwembad!
Zie ook dit fillumpie… Ik heb me wel voorgenomen Spits nooit meer mee te nemen naar warme oorden. Maar het was zo’n vanzelfsprekendheid dat hij mee ging. Toen ik met Leo reisde, bleef Leo in de camper en kon bij Spits zijn terwijl ik op stap ging maar eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat we niet veel anders ondernamen dan sec het reizen met de camper wat we heerlijk vonden. Tevens reisden we met name buiten het seizoen. Maar dit is geen succes. Echter, gedane zaken nemen geen keer. En hoe het verder gaat zien we dan wel.
Dinsdagavond heb ik Ria opgehaald van de bus. Ze had 26 uur gereisd.. (Kelowna (Canada) – Vancouver – Amsterdam – Lissabon – Estremoz!) En we hebben heerlijk bijgepraat.
Woensdagochtend echter zei Ria erg veel pijn te hebben en ze vermoedde een blaasontsteking. Ze herkende de symptomen van eerdere keren dus het zwembad moest wachten. We konden gelukkig terecht in Estremoz bij het centrum voor Eerste hulp. We werden alleraardigst ontvangen door een Spaanse arts die haar antibiotica en pijnstillers voorschreef maar niet nadat hij heel sip had verteld dat hij niet begreep waarom Spanje toch zo was gezakt in de lijstjes van landen waar mensen graag zijn. “Why do everybody like Denmark and Sweden?” sprak hij met behoorlijk wat spijt in zijn ogen en hij hing aan onze lippen in de hoop dat wij hem de verklaring konden geven. Ria brabbelde iets over goede ouderenzorg en ik probeerde nog wat over kinderopvang. Maar hij was er niet gerust op.
Hij schreef twee receptjes die Ria bij de apotheek direct kon inleveren. En dezelfde middag konden we alsnog het zwembad voor onszelf in beslag nemen. Diezelfde avond hebben we heerlijk met Gérard en Els pizza gegeten in Vila Vicosa.
Helaas voelde Ria zich de volgende ochtend nog steeds niet lekker en ze was ongerust. We hadden het telefoonnummer van de arts (privénummer ;-)) en appten. Zo waren we gisteren terug en het is twijfelachtig als je constateert dat je feilloos de weg weet in de eerstehulp post.
In overleg met Dokter Carlos werd besloten dat Ria een infuus zou krijgen met een middel tegen de krampen. En zo besteedde Ria haar tweede middag in Portugal aan het infuus op de eerste hulp…
Ria voelt zich nu beter.
Vandaag gaan we dan toch eindelijk het kasteel hier bekijken en ik ga naar de kapper (oeps).
Morgen gaan we naar de markt in Badejos en Ria overweegt een grotere koffer te kopen voor de terugreis. In de tussentijd overleggen we over de beste plek voor de afwasborstel in de camper, en buigen we ons over de vraag of het totaal ontbreken van enig internet in een vakantiehuisje een voordeel of een nadeel is.
Ondanks de hindernissen zijn het toch heel relaxte dagen. Er is hier de heerlijke stilte, de natuur, de zon. En nog een aantal weken te gaan. En het is beregezellig met Ria. “Ria, wat is bakkebaarden in het Engels?”. We leren ook veel van elkaar….!

De tv werkt nu ook in de camper. Gelukkig kreeg Els visite van een hele handige Jacques! Dus de ontknoping van het Songfestival keek ik in de camper….
Oohh syl…ja die arme spits. Dat soort dingen kom je dan weer tegen he! Ik hoop dat het de komende tijd wat beter te doen is.
Ach jee, arme Spits! En arme jij, in het verlengde daarvan… Lastig als je hond het niet naar de zin heeft. Je hebt het weer mooi opgelost! Maar balen van die luifel… 😦