Kogels en kerken

Het is wel het recept voor een identiteitscrisis; wonen in een recreatiewoning. En op het erf een caravan terwijl je boodschappen doet met een Mercedes camper ….. Want normaal gesproken heb je óf een camper. Óf een caravan. Óf een vakantiehuisje.

Het heeft vast te maken met mijn opvoeding. Thuis was er ook “de tuin” en ja, daar begint het al. De tuin was niet thuis, maar het was wel een soort thuis. De tuin was een stuk grond bij het spoor op de plek waar nu het Sint Franciscus Gasthuis is. We hadden daar een lap grond. Met een huisje. Zonder electriciteit en zonder water. Maar we waren er altijd. Met petroleumkacheltjes. Butagas en jerrycans water.

Mijn vader liet er bonen en andijvie groeien (naar onze zin veel te veel). Wij stookten er grote vuren. Waar we alles in gooiden (ook die koperen telefoonkabels die dan zo mooi groen licht gaven). Bouwden er hutten. Bakten er kilo’s patat voor alle buren. Hielden kippen in alle soorten en maten. Klommen in bomen. Kampeerden er met vrienden, vriendinnen. Speelden er gitaar. Bakten er de grootste uitsmijters ter wereld. Zongen er kampvuurliederen. Hingen er loom in een hangmat. Draaiden salto’s op de rekstok en de ringen.

Het was een deel van mijn jeugd. Maar ook toen ik al uit huis was, kwam ik nog vaak in het weekend naar de tuin. Mijn vader had er de broek aan. Hij was er dagelijks in verband met de kippen. Mijn moeder alleen op zondag na de kerk. Het was de enige plek waar ze kon relaxen en visite kon ontvangen zonder zenuwachtig te worden want het was overduidelijk dat de tuin het domein van mijn vader was.

Eens in het jaar gingen we naar Egmond aan Zee, naar het huisje van oom Jan en tante Jeanne. Dat was een “echt” huisje. Met water en kamers.

Maar het was wel een huisje.

Huisjes zitten daarom diep in ons systeem. Caravans was voor mensen die anders waren. Caravans waren voor een bepaald soort mensen. Die alleen maar op stoeltjes voor de caravan op de camping zaten niets te doen. Die zaten dan te recreëren. Wij konden er ons geen voorstelling van maken. Hoe ze zaten, die mensen. Wat ze deden, dan. Zo zitten. Op zo’n stoeltje.

En nu… Nu zit ik gewoon op een zaterdag voor de camper niets te doen. Te dagrecreeren met mijn zus en zwager en nichtje. Niets te doen. Zelfs niet te lezen. Te zitten en te kletsen en een beetje gluren naar de buren. Dat is pas zen. Als je dat kunt. Daar heb ik 54 jaar over gedaan. Maar zaterdag ging het er echt op lijken. Weliswaar met camper. Maar goed. Costa del Binnenmaas.

Ook op zondag heb ik toch wel echt mijn best gedaan. Ik parkeerde de camper tussen de auto’s bij de Flaauwershaven, bij restaurant de Heerenkeet bij Zierikzee. Ik was de enige camper en er werd wel wat naar ons gekeken. Maar een camper is een gewone personenwagen en als er niet staat verboden voor campers, dan is het er niet verboden voor campers. Ik heb met Paulien heerlijk gerecreeerd. Op stoeltjes. Drie jaar geleden was ik daar ook met haar en de “oude” camper. Ik zei toen “Paulien, laten we doen alsof we vijftigers zijn en met stoelen voor de camper gaan zitten”. Ze zei toen: “Syl…. We zíjn vijftigers”. Dat was quite shocking.

Paulien had heerlijke broodjes gemaakt en ik had een monchoutaart gebakken. We hebben gezwommen (tussen de meervallen!) en gewandeld. En om het uur de camper gedraaid zodat we in de schaduw van de camper konden zitten. 😉

Maar ja. Die Caravan thuis in de tuin. Daar zat ik toch wel een tijd over te twijfelen. Hij heeft de afgelopen jaar dienst gedaan als “vluchthut” (vondst van Trudy C.). Ik bivakkeerde er als ik even alleen wilde zijn. En heb er menigmaal in geslapen als er verpleging was ’s nachts zodat ik een keer helemaal alleen lekker door kon slapen en even niets hoefde en uit kon slapen. Het is een heerlijke caravan en ik heb er zo veel van genoten. Ik ben er aan gehecht. Ik vind hem zo leuk. Maar ja. Ik heb hem niet meer nodig.

Ik had aanvankelijk nog het plan om er een B&B van te maken of via “vrienden op de fiets” de caravan te verhuren. Maar na lang wikken en wegen heb ik toch besloten hem te verkopen. Van de opbrengst ga ik (toch) een klein autootje kopen. Ik kan nu eventuele gasten in mijn camper laten overnachten. Ik had het vervelend gevonden om ze dan uit hun huis te moeten laten als ik mijn “auto” nodig zou hebben.

Ja, deze kogel is door de kerk. Daar heb ik wel wat tijd voor nodig gehad. Hij staat op Marktplaats.

Maar het is niet het enige waar ik over twijfel. Gisteren heb ik samen met zus Trudy de as van Leo opgehaald. Ik dacht dat ik gewoon aan de balie de koker zou krijgen. Maar bij crematorium St. Laurentius doen ze dat ook met zorg en aandacht. We werden meegenomen naar een kleine kamer en daar stond de koker van Leo in een soort geschenkverpakking bij een brandend kaarsje en een vaasje met bloemen. De dame die ons hielp was erg aardig.

Zo reden we met Leo naar huis. Hoe passend was het dat de Haringvlietbrug even open ging….

En nu moet ik bedenken wat ik met de as van Leo ga doen. Hij zelf was bijzonder nuchter. Hij wilde gewoon zo schoon en efficient mogelijk afgevoerd worden.

Ik zelf ga er eens over nadenken. Dat wordt een volgend ei dat gelegd moet worden.

Ik bedacht dat het ook wel zo is dat er meerdere mensen iets met Leo hadden. En ineens zag ik het voor me; een heleboel van die kleine, transparante zakjes. Met in elk zakje een beetje as van Leo. Met mooi stickertje en rood/wit lintje. Met de naam van Leo er op.

Die kan ik dan weggeven aan iedereen die het wil.

Of – nog beter – verkopen?

Ik geloof dat ik toch wat teveel met Marktplaats bezig ben… Je verkoopt geen Leo via Marktplaats!

Webshop?

Het wordt te warm. Ik nok ermee. Leo komt wel goed 😉

 

 

 

9 gedachten over “Kogels en kerken

  1. Wat een mooi verhaal. Lol ik zie je al gaan met je gasten die net lekker zitten te ontbijten naast je camper… ja ik moet even boodschappen doen… *vroem* Dan is een autootje wel handig. Hopelijk ben je de caravan snel kwijt.
    En arme Leo, in heel veel kleine plastic zakjes.
    Ik vind je dapper!

    • Dank je. Hoop ook dat de caravan snel weg is. Maar het is al een zowiezo fijn om de beslissing genomen te hebben. Dan komt het wel. En dan een autootje. Hoewel het best gaat hoor met de camper.
      Leo in plastic zakjes. Plastic! Dat zou echt erg zijn. Misschien mooie glazen potjes?

  2. De tuin was een stuk grond bij het spoor op de plek waar nu het Sint Franciscus Gasthuis is. Ja dat weet ik nog wel, was onwijs gezellig daar he.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s