Inmiddels ben ik natuurlijk wel een camping-expert. Want na de laatste blog heb ik toch alweer een aantal campings mogen bezoeken.
Ik ging met Jenny naar een camping in Heeg (Friesland) (camping Poelzicht). Getipt door Els uit Portugal, die de eigenaar kent en vice versa. Dus dat was beregezellig. En als je Els allebei kent, heb je genoeg gespreksstof voor een avondje zeg maar. De camping ligt aan een meer en er is een steiger en ohhhhh als je in het zonnetje met een briesje op de steiger aan het water zit oohhhhh. Hier ga ik echt nog eens naar toe.
Maar op een mooi immens grasveld op een camping in Dinant met een prachtige hoeve aan de Lesse in de Ardennen met majestueuze bomen en enorme ruimte en wandelroutes om de hoek, dat beviel ook.
Oké, er was een schoolkamp en dat betekent kinderen maar dat was niet storend. Wel grappig om al die geluiden vanuit de diepte uit de kano’s te horen….
De camping in Stellendam is inmiddels wel verrouwd terrein. Gelukkig hebben we een andere plek gekregen voor de caravan, veel rustiger. De caravan stond eerst naast twee families die naast elkaar hun camperment hadden opgeslagen. Zelfs als ze rustig waren was het niet rustig. Allebei de families met een aantal kinderen, honden, en de voortent bijna naadloos overlopend in de caravan. Daarbij kregen ze nog geregeld aanloop. Afgelopen weekend heb ik met vriendin Pauline de voortent eraan geknoopt en vandaag heeft neef Pieter het bed verbeterd. Jammer, want als je samen in het bed lag, kwam je dichter tot elkaar. Gewoon omdat het in het midden wat doorzakte zodat je naar elkaar toe rolt….
En nu, ja nu zit ik op een camping in Oude-Tonge, namelijk camping Fase, dat is 13 kilometer van mijn huis. Mijn huisje is weer verhuurd aan een heel gezellig jong stel uit Duitsland. Hoewel ik wel met de camper in mijn voortuin kan staan, heb ik gemerkt dat het toch rustiger is als ik echt weg ben. Op de een of andere manier is het rustgevend als ik op een camping ben. Op een camping staan associeer ik met vakantie. Met reizen. Met vrijheid. En dat gevoel komt zodra ik een camping oprijd. En in plaats van steeds tegen mezelf te zeggen dat ik dat gevoel ook zou moeten kunnen oproepen in mijn voortuin, accepteer ik dat ik blijkbaar nog niet over genoeg zen beschik om dat te kunnen en daarom heb ik de afgelopen dagen hier op de camping gestaan.
En dat bevalt goed. Om niet te zeggen uitstekend! De camping is kleinschalige boerencamping. Naast de minicamping is het ook een landbouwbedrijf en er is ook een boerderijwinkel met eigen geteelde aardappelen, groenten, fruit, boerenkaas en eieren.
Ik sta nu op één van de twee trekkersvelden (er zijn ook privé-plekken). Mooi ruim en nu heerlijk met schaduw. Het is hier dus echt rustig. Het bevalt me heel erg goed. Voor Spits ook zo fantastisch. Eigenlijk gewoon geen prikkels voor hem, al moet ik nog wel even oppassen dat hij de konijnen niet opmerkt die hier ’s avonds tevoorschijn komen. Maar hij ligt hier lekker naast mijn stoel. Heerlijk in de schaduw.
Het sanitair is spic-en-span. Met een gevoel van sjiekheid, omdat Villeroi en Boch op de toiletpot staat en dan denk ik altijd aan duur servies. En eindelijk een douche waar je gewoon zelf je temperatuur kunt instellen…. Ik kan er zo slecht tegen als de douchetemperatuur je opgelegd wordt….
Ik heb hier een paar dagen met Pinksteren gestaan en van het nietsdoen genoten. Ik vind het zo heerlijk om met reisgenoten op pad te zijn maar soms is het fijn om alleen te zijn. De wifi is gratis en ik betaal hier een bijzonder schappelijke prijs (SVR-tarieven).
Zo heb ik dit weekend ademloos de Netflixdocumentaire over Baghwan, “Wild Wild Country” gebinge-watched. Ja, ik vind dat zo’n leuk woord…. En zeker als je het vervoegt! Maar het is werkelijk verbijsterend. Ik wil graag dat jullie het ook gaan bekijken en dan wil ik graag een evaluatiesessie. Ik ben eigenlijk wel voor Sheela. Maar even zonder gekheid. Een adembenemende documentaire.
En soms doe ik niets. En soms verdwaal ik in de youtube filmpjes en dan kom je op de liedjes en dan ineens rollen er tranen over mijn wangen. Uit het niets. Er hangt een foto van Leo in de camper, van onze reis naar IJsland met de fotoclub. Hij kan daar nog lopen. Kon niet fotograferen, daar was zijn motoriek niet goed genoeg meer voor. Hij kijkt recht in de camera. Ik vraag soms aan hem of het goed gaat. Met mij dan. En dan vinden we allebei dat het wel goed gaat. Maar dat het wel een bijzonder leven is.
Ik heb vaak allerlei plannen om te gaan doen als ik met de camper op pad ben. Maar mijn tijd vult zich met boodschapjes, Spits uitlaten, koken, en zoals vandaag, even naar Stellendam heen en weer etcetera. Morgen even naar huis om de gasten uit te zwaaien en dan met Trudy weer naar Stellendam. Zij moet immers de nieuwe plek nog keuren ;-). Ik ga dan uiteraard met mijn camper.
Ik kan er erg veel lol in hebben om op mijn eigen eiland de toerist uit te hangen. Het past overigens helemaal in de nieuwe visie over reizen; reizen is het nieuwe roken. Ik zag gisteren een documentaire van de VPRO Tegenlicht (dd. 20 mei) over het reizen en dat we steeds verder willen en hoe slecht vliegen wel niet is en dat er geen einde lijkt te komen aan de groei van het massatoerisme…. En ik bedacht dat het gewoon voor iedereen wel goed is om niet zo ver op vakantie te gaan.
Boek gewoon een leuk vakantiehuis in Ooltgensplaat 😉
Dan ga ik wel weer……

De camping is van vader en zoon. Qua vitaliteit dacht ik dat ik met de zoon te maken had maar het bleek de vader. Eindeloos over Els kletsen…. en over campings natuurlijk en het Friesche leven
Jeetje Syl, wat kan jij genieten. Ik vind het prachtig zoals je dat doet. Blijven genieten hoor.
Liefs, Ank.
Heeg staat in de Volkskrant vandaag.
Heerlijk, zoals jij je leven nu invult. Ben het helemaal eens met dat ver-weg-massa-toerisme. Wij gaan straks nooit meer op vakantie. Komen we dan een hoop te kort? Ervaring? Andere culturen ontmoeten? Belevenissen? Vast niet… maar iedereen die iets van dat alles naar ons toe wil komen brengen op twee, vier of meer wielen is van harte welkom. 😉