Het was een roerige week. Mijn zus Trudy kreeg de uitslag van de scan en die was beroerd. Een grote domper. En daar bovenop ging het woensdag even helemaal fout. En wel zo fout dat ze moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Maar donderdag mocht ze weer naar huis en dat was fijn omdat ze zich – samen met dochter en kleinzoon – mateloos had verheugd op een weekendje weg in Beekbergen.
Ik besloot hen er naartoe te rijden en het weekend in de buurt te blijven zodat ik er snel zou kunnen kan zijn als het nodig is. En dan maandag weer terug. Dat kan als je een camper hebt; anders zou iemand twee keer heen en weer moeten rijden.
Vandaar dat ik een mooie plek vond op een kleine camping vlakbij, zo’n twee kilometer van Landall Heideheuvel. En terwijl zus, nicht en achterneefje zich vermaakten met Bollo, popcorn bakken en zwemmen maakte ik een wandeling naar de hoogste waterval van Nederland. En al lopend door het bos zag ik ze staan; chaletjes.
Ik kan er niets aan doen. Ik word er heel erg hebberig van. En soms krijg ik er rode vlekken van. Ik heb er een haat-liefde verhouding mee. Ik ben er verslaafd aan en allergisch voor. Ik zie ze ook werkelijk overal. Toen ik met Leo reisde zag ik ze ook overal. In alle landen en wij waren vaak verbaasd maar het is een internationaal fenomeen. Ze zijn er in alle soorten en maten. Lelijke, mooie, grote, kleine. Op mooie plekken en op vreselijke plekken. Dicht bij elkaar en ver uit elkaar. Goed onderhouden, verzorgd, en schoon en verpauperd, verwaarloosd en vies. Met kabouters in de tuin en plastic molentjes. En met design meubelen, strakke loungestellen en pizza-ovens.
Ik neem de chaletjes in mij op. Ze staan prachtig daar in het groen, net zoals de bungalows bij Landall. Omringd met grote statige bomen. Als ik verder loop, kom ik bij de ingang van het park. Er staat een hele batterij levensgrote vlaggen. “Droomparken” staat er op. En er is ook een bord met “fijn dat u er bent”. En ik krijg spontaan een rilling.
Ook op de camping waar ik was stonden chalets. Ik had uitzicht op zo’n paradijsje. De bewoner maakte het dak boven zijn veranda schoon. Hij was erop geklommen en heeft een hele dag daarover gepoetst. Ik denk dat ik het in een uurtje zou kunnen fiksen. Maar hij heeft blijkbaar alle tijd.
Ik denk er weleens aan hoe het zou zijn als ik een chalet zou kopen. Er verschijnen dan eurotekentjes in mijn ogen want dan zou ik het goed kunnen verhuren; ik heb de smaak te pakken als het om verhuren gaat ;-)…. En los daarvan droom ik weg omdat het gewoon zo leuk is om zo’n huisje in te richten. En omdat het natuurlijk ook zo leuk is om zelf in dat knusse stekkie te vertoeven. Ik verheug me al om op toernee te gaan langs alle kringlopen….
Dus daarom zit ik nog weleens te surfen op zo’n site waar chalets te koop worden aangeboden. Zoals hele volksstammen ook gewoon Funda zitten uit te pluizen. Het heet niet voor niets FUNda, eigenlijk had het FUNja moeten heten. Maar dan schrik ik van de erfpacht. Of ik zie dat je je paradijsje niet mag verhuren. Of juist móet verhuren.
Ik word er erg chagrijnig van als ik bedenk dat alleen de grote projectontwikkelaars het groen kunnen opkopen en er huisjes in kunnen zetten om ze vervolgens te verhuren of te verkopen onder het mom van “echt in de natuur”. Het is gewoon de kift dat zij dat wel kunnen en dat het nog verkoopt ook. En dan met grote vlaggemasten “droomparken”.. “fijn dat je er bent”…. Brrrrrr.
Er zijn ook veel campings met chalets. En ook soms wat kleinere campings. Dat spreekt me veel meer aan en vind ik veel sympathieker dan een of ander Résort of Staete… of iets anders waar ae in zit en waar reclame voor wordt gemaakt met foto’s van blije gezinnen met kinderen die spelen en met brochures met van die foute teksten waar steevast “beleving” en “puur” en “vrijheid” in voorkomen.
Maar de conclusie is wel dat echte mooie plekken voor chalets in Nederland zeldzaam zijn. En/of ongelooflijk duur.
Ik zwiep met mijn hebberigheid van de ene site naar de andere site en man wat zijn er veel van die woondozen te koop. Maar ik ben tegelijkertijd ook een schijterd. Ik wil graag grip en controle. En als je zo’n gevalletje koopt, dan weet je niet wat voor buren je krijgt want radio’s of schreeuwende kinderen, daar knap ik helemaal op af. Voordeel is wel dat chalets per definitie verplaatsbaar zijn ;-).
Als je dan de balans opmaakt, dan besef je dat je niet om een grotere partij heen kunt. Denk maar niet dat jij ergens in de bush een prachtige plek kunt vinden waar jij allenig je chaletje neer kunt zetten. En dat het dan voldoet aan het bestemmingsplan en dat het groen is en stil . Want dan zijn de projectontwikkelaars je mooi vóór geweest. Want natuur verkoopt.
Als je zoiets wilt dat zul je naar het platteland van België of Frankrijk of Duitsland moeten. Maar dat moet je willen en vooralsnog wil ik dat niet.
In een van mijn chaletexpedities stuitte ik op een project in de Grevelingen. Daar kun je namelijk ecolodges kopen; autarkische, biobased, circulair gebouwde ecolodges midden in de natuur. Ik mag dat vast geen chaletje noemen maar dit ter zijde…
Het gaat om het project “Greenhuus”. Volledig zelfvoorzienend en in alle opzichten duurzaam. En mooi. (Oh, u weet ook niet wat autarkisch is? Dat is zelfvoorzienend in voedsel, energie, watervoorziening en afval). Ze worden geplaatst op de Kabbelaarsbank. (Ja, inderdaad, waar ook dat grote andere Résort Port Zélande ligt…) Met heeeel veel natuur en schoonheid en wijdsheid en mooiheid.
Aanvankelijk ben ik ook hier sceptisch over. Weer een project waarbij meerdere woningen tegelijk worden geplaatst in een gebied dat nu prima is maar wat dan ineens ‘wordt ontwikkeld’. Wat zoveel betekent als dat er bulldozers echte natuur van maken, net zoals op Tiengemeten.
Maar ik weet wie het Greenhuus heeft bedacht en dat is iemand die echt dingen wil maken die goed zijn voor de wereld. En als je de techniek van dit mooie huissie bekijkt, dan zie je dat het echt zelfvoorzienend is. Hele mooie techniek. En uitvoering. En verplaatsbaar, omdat dat duurzaam is.
Ik voel toch wis en waarachtig iets van enthousiasme. En ik download de brochure van het project op de wervende website van Greenhuus. Met van die artist impressions van het huis waarbij ik me altijd afvraag waar die mensen hun spulletjes laten. Én waar het groentetuintje komt want het was toch autarkisch? Maar goed.
Ik zit nog even verder te kijken en dan staat er in de informatie dat je er als eigenaar maximaal 14 dagen in het hoogseizoen mag zijn. En in totaal maximaal 89 dagen per jaar. De gehele exploitatie is wederom uitbesteed aan een partij. Er zit ook een begroting bij. Daarin staan de parkkosten gespecificeerd en het te verwachten rendement. Dat gebaseerd is om 100% verhuur.
Jammer dan, dan gaat het feestje niet door. “Sodemieter op” denk ik. “Ik wil in mijn huis als ik dat wil”. Maar zo werkt het niet…
Ze zitten helemaal niet te wachten op mensen zoals ik, want als ik verder kijk zijn alle bungalows al gereserveerd……
Eigenlijk ben ik er wel blij om. Ik ben wel weer even genezen van de chalettitis.
Inmiddels ben ik terug en sta ik weer op mijn honk in Oude-Tonge, op een rustige camping met mooie chalets. Ik ben vanmorgen met Spits een wandeling gaan maken in St. Annaland. Heerlijk over de dijk. Altijd wat te zien.
Water, strandje, en…. Een park vol chaletjes…
Ach Syl, in dit geval koop je geen chalet maar een eventuele winst.
En blijf maar lekker zitten op Goeree.
Ja dat project is echt een investeringsproject en dat is wat me gewoon tegenstaat. Ze zeggen natuurlijk dat iedereen daar dan van kan genieten…. door te boeken. 🙂
Het is overigens een project op Goeree haha
Oh heerlijk Syl! Ik kan het me zó voorstellen! Wij hebben ook zo’n tijd gehad, dat we een chaletje wilden als basis in NL. Daar zijn we dus gauw van teruggekomen. ONDANKS inderdaad cheletjes met rieten daken… (maar soms is het gewoon even lekker fantaseren. Niks mis mee! 😀 )
ja ik kan me op mijn beurt weer voorstellen dat jullie ook een stekkie van jezelf in Nederland zouden willen hebben. Gewoon omdat dat zo lekker is. En gewoon goed om over na te denken…Alles begint met een proces en daar weten jullie ongetwijfeld alles van……
Haha, jazeker! Maar een chaletje hier wordt het dus toch maar even niet. 😉