Mindful in de camper

Het is echt relaxed in zo’n camper. Neem nou gewoon domweg je afwasje doen. Bijzonder dat een mens daar zo van kan genieten. Volgens mij is het hartstikke mindful. Éerst ga je op onderzoek uit; een belevenis op zich. Dus slenter je op je gemakkie over de camping op zoek naar het afwashok. Ondertussen snuif je de buitenlucht op, groet je je buren, en dan kom je in de wasruimte. Oh, altijd weer spannend. Want je hebt afwasplekken in alle soorten en maken. Altijd weer een verrassing.

Dan stiefel je op je gemakkie weer terug (als je los wilt gaan neem je een andere weg) en doe je je afwasje zorgvuldig in het teiltje. Pakt je borsteltje, je theedoekje en je schuursponsje en die vette vieze koekenpan. Buiten het seizoen heb je soms wel vijf, ja VIJF wasbakken helemaal voor jezelf. Dan stal ik al mijn serviesjes gewoon helemaal uit over al die wasbakken. Omdat het kán! Oh, soms heb je super heet water, dat is smullen.
Niets is vanzelfsprekend. Je bedenkt wie hier allemaal de afwas hebben gedaan, wat ze gegeten hebben…. En dan, als al je pannetjes weer frips en fruitig en glimmen, dan breng je ze behoedzaam en liefdevol weer terug op hun eigen vertrouwde plekje.

Ik kan natuurlijk ook in de camper afwassen maar dan mis ik toch dat uitstapje! En reken maar dat je je koppie erbij moet houden. Niet je schuursponsje vergeten. Of je afwasfles. Laat staan je theedoek.

Oh het is heerlijk, zo onbevangen je afwasje te doen. En daarna natuurlijk een afzakkertje in de camper. Maar even zonder gekheid. Het feit dat alles gewoon langzamer gaat, dat je eigenlijk verder nergens over na hoeft te denken, dat is wel verslavend. Intussen in de mooiste omgevingen zijn, vrij om te gaan waar je wilt, met fijne mensen om je heen, en soms lekker alleen, ja, dat is waarom ik reizen met de camper zo fijn vind.

Ik schrijf dit in de Lounge van de boot (Stena Line) op weg naar huis. Andrea is “Gold Member” omdat ze heel vaak met de ferry heeft gevaren. En dan krijg je toegang tot de speciale lounge. Super relaxed ook hier. Spits zit beneden in de camper. Als ik wil kan ik er tussentijds naar toe, maar eerst moet ik dan een afspraak maken. Zo meldde ik me op de heenweg bij de balie: “Ik heb een afspraak met mijn hond, wilt u me erheen begeleiden?”. Het toelaten van honden in Engeland is een stuk eenvoudiger geworden. Hij moet wel gechipt zijn en een paspoort hebben, en een bewijs dat hij ontwormd is door een dierenarts, 1 tot 5 dagen voor vertrek. Maar geen quarantaine meer.

Douane is strenger naar Engeland toe dan andersom. Een medewerker van defensie vroeg of op de heenweg hij de toiletruimte van de camper mocht checken. En dat was niet in verband met de hygiëne… Maar wat meer opvalt, is dat nu gevraagd wordt waarom je naar Engeland gaat, wat je gaat doen, waar je naar toe gaat, hoe lang je gaat. Die vragen werden ook aan Bernd gesteld. Met een Engelse auto, maar wel met een Duits paspoort waar overigens wel in staat dat hij in Engeland woont. Bernd had een antwoord: “Al die vragen heeft u mij de afgelopen 25 jaar niet gesteld en nu wel ineens; ik ga ze niet beantwoorden”. Hij mocht gelukkig toch aan boord….

Rijden met de camper in Engeland is te doen maar de wegen zijn echt smaller. En dat niet alleen; men laat hier de bomen erg dicht bij de weg staan en Engelsen zijn dol op heggen. Hoge heggen. Die dan ook precies tot de weg groeien. In Nederland heb je altijd nog wat ruimte om ‘over te hangen’. Als je wielen net op het randje van de weg zijn, kan je met je huisje er nog wat overheen hangen. Maar probeer dat niet in Engeland. Het is zeker in sommige kleine schattige kustdorpjes soms erg krap. Maar men is hier erg beleefd en vaak geeft men je alle ruimte om door te komen. Zo is het rijden in Engeland wel te doen.

Links rijden went snel. Het is alleen soms ineens schrikken, als je plotseling links een invoegstrook krijgt. Verder moet je weten dat Engelsen echt niet zo langzaam rijden, maar dat de snelheid in MPH staat. Rotondes zijn goed te doen. Als je weet waar je naar toe wilt ;-). Anders neem je nog een rondje.

Terug naar huis is ook wel weer prima. Voor Andrea was het vertrek vanmorgen uit Engeland meer bijzonder; het verlaten van een land waar je 25 jaar hebt gewoond. Gelukkig hebben Andrea en Bernd in de afgelopen dagen nog afscheid kunnen nemen van hun vrienden en Bernd heeft zijn laatste dagen gewerkt hier als huisarts.

Ik zie er niet tegenop naar huis te gaan. Ik wil nu echt graag verder opruimen en vooral re-organiseren in mijn huis. Ik ben graag thuis en vind opruimen eigenlijk heel fijn. Alleen vind ik reizen met de camper gewoon nóg fijner. Het reizen is dus geen “vlucht” uit huis.

Het is fijn dat ik ook met Andrea heb kunnen praten over de diverse opties voor de toekomst daar waar het werk betreft. Ook zij is overigens erg aan het nadenken wat ze in Duitsland kan oppakken.

Heel bijzonder was het dan ook dat er een moment was, gisteren, waarop ik het ineens wist. Er kwam een soort rust over me. Ik was geneigd op de klok te kijken, omdat ik wist dat dát het moment was. Op de seconde nauwkeurig. Dat ik de beslissing heb genomen om te proberen terug te komen in mijn oude vak (facility management), als interimmer.

Ik zal nog weleens een blog schrijven over de overwegingen.

Ik zie wel op tegen filerijden en tegen vroeg opstaan.

Maar ik ga gewoon proberen dat hartstikke mindful te gaan doen!

 

 

U bent de Sjaak!

Het nieuwe gebouwtje zag er een aantal jaren geleden nog proper en overzichtelijk en maagdelijk leeg uit. Het was het veelbelovende nieuwe optrekje van de plaatselijke oud-ijzer boer. Maar oud-ijzerboeren verzamelen oud-ijzer. Dus om het pandje kwam het vol te staan met oud ijzer en dat laat zich niet zo goed stapelen. De oud-ijzerboer – laten we hem Sjaak noemen – deed zijn naam eer aan, want het was oud ijzer wat de klok sloeg.

Maar het bleef niet bij oud ijzer. Ook electrische apparaten werden aangeleverd en Sjaak was / is er blij mee. “Het wordt allemaal gerecycled” zei Sjaak me pas. “Het gaat naar de dagbesteding en die ontmantelen die apparaten en splitsen het in bruikbare afvalstromen”. Sjaak keek er blij bij. En Sjaak zei dat hij eigenlijk alles wel kon gebruiken. Dat was ook te zien. Want Sjaak heeft er ook plezier in het spul in ware stillevens te stallen. Waar het oude ijzer ophoudt en “brocante” begint is niet duidelijk. Het pandje is dus een kijk-plek geworden en het is wachten op het moment dat Sjaak entréegeld gaat heffen want je kunt spreken van de eerste Ooltgensplaatse folly! De verschijning van Sjaak draagt daar aan bij. Want Sjaak is ook een kleurrijke, niet alledaagse personage.

Ik breng mijn spulletjes met gemengde gevoelens. Oké, hergebruik is duurzaam maar eigenlijk verwacht ik dat het uiteindelijk niet meer gaat werken bij Sjaak. Je kunt dit niet volhouden, denk ik dan. Het slibt dicht. Je kunt het niet meer verwerken. En van stillevens kun je niet leven. Het woord zegt het eigenlijk al een beetje ;-). Stil! Leven! Met alles wat ik breng, en wat niet echt oud ijzer is, werk ik mee aan zijn ondergang, zo voelt het. Ik plemp mijn spulletjes daar. Mooi, want ik ben er vanaf en het scheelt me een ritje naar de stort. Maar Sjaak is oud en wijs genoeg om zelf te weten wat hij doet met alles wat hij aangeboden krijgt. Daar ga ik niet over. Wat hij gebruikt en wat hij er mee doet en wat hij accepteert is zijn keuze… En voorlopig straalt zijn onderkomen wel wat uit aan blijheid en frivoliteit.

Het voelt zo ook een beetje als ik weer een blog post. Ik werk mee aan de allesoverheersende, verstikkende, verstoppende informatiestroom. Die via allerlei kanalen tot je komt. Ik werk aan de totale informatietsunamie. Maar net zoals er bij Sjaak tussen al dat oude ijzer ook juweeltjes zitten, zie ik in alles wat tot me komt vaak interessante informatie. En achtergrondartikelen die er toe doen. Maar je moet kunnen kiezen. Je kunt niet alles wat interessant is lezen. Daar is eenvoudigweg geen beginnen aan. Er is teveel te makkelijk beschikbaar. De zegen en tegelijkertijd het moeilijke van internet.

Onlangs liep ik met vrienden weer een wandeling. Ik zei dat ik het fijn vond om een blog te hebben, omdat mensen – als ze die blog lezen – dan snel weten hoe het met Leo is. En met mij. Maar met dat ik het zei besefte ik dat het een illusie is. Ik kan met die blog niet duidelijk maken hoe het is. Gewoon omdat het teveel is. Maar kan iemand anders met een “normaal” leven dat wel? Kan iemand anders dan wél in een A4-tje duidelijk maken wie hij is, wat hem overkomt, hoe hij daarmee omgaat, wat het met hem doet….. Is ieders leven niet waard om over te bloggen. Te delen. En is ieders leven eigenlijk niet onmogelijk in een blog samen te vatten?

Ik merk dat het fijn is als ik niet alles hoef uit te leggen als mensen mijn blog hebben gelezen. Want als je oprecht geinteresseerd bent en je vraagt hoe het gaat, wat moet je dan zeggen. Dat is een van de moeilijkste dingen. Vooral met een ziekte als MSA. Dan helpt een blog een beetje. Bovendien helpt het mijzelf soms om dingen op een rijtje te zetten.

Ik heb onlangs gevraagd of er mensen zijn die me willen helpen de blogposten die over MSA gaan te vertalen in het Engels. Want internationaal zijn er een aantal kanalen waar mensen en partners met MSA “samen komen” en dan is het vaak toch fijn om informatie te delen. Vragen over medicijnen, voorzieningen, verloop van de ziekte. Ik heb twee vriendinnen gevonden die dat voor me willen doen. Anuscka Berghoef en Ada Krowinkel. Is het toeval dat ze allebei bloggen? Anuska blogt via www.levensjutters.com over bewuste keuzes, simpel leven, terug naar de natuur… met als inspiratie haar emigratie naar Denemarken.
En dit is de blog van Ada.   Het zijn blogs over kunst (ja, dat maakt ze zelf ook!) en aanverwante artikelen, en over de gekte die mensen gewoon vinden. Recent schreef ze over haar ervaringen op de Westbank waar ze een schilderproject met kinderen deed. .

En ja, en met de toezegging van Ada en Anuscka dan introduceer je dus meteen nog een drempeltje om te bloggen. Immers, dan moet een blog er wel toe doen. Want anders zadel je ze nog op met het vertalen van niet-relevante prietpraatblogjes….

Maar ik ga er maar niet teveel over nadenken. Ik blog wat ik voel. Soms blog ik over wat er gebeurt. En dan nog iets. Ik tart alle wetten van het bloggen. Qua timing, qua lengte van de blogs, qua thematiek. Mijn blogs zijn te lang. Ze verschijnen onregelmatig. Ze zijn niet thematisch. Ze zijn niet voor een breed publiek…..

Maar het is maar zo. Ik plemp gewoon weer een blogje op het net. Maar u moet het zo maar zien. U bepaalt wat u er mee doet. U hoeft deze blog niet te lezen…. U kiest. U bent de Sjaak…

 

Sinterklaas is géén kinderfeest

WAARSCHUWING!
Deze blog gaat níet over MSA!

Het is “not done”. Maar ik moet het toch doen. Want ik vind er wat van. En ik heb er verstand van. Ik ben er namelijk mijn hele leven al bij betrokken. Ik heb 54 jaar ervaring. En iedereen heeft het er over. Maar omdat er mensen zijn die gaan schelden en gaan tieren als het onderwerp ter sprake komt, mag ik er niets meer van zeggen. Daarmee zou ik me verlagen. Zelfs bij ons thuis durf ik er niet over te beginnen… Het is net zoals je voor- en tegenstanders van facebook hebt. Breng het niet te berde als je het een beetje gezellig wilt houden. En schrijf er al helemáál geen blog over….

Maar ik kan het niet opbrengen. Ik ga toch zeggen wat ik ervan vind. Met alle risico’s van dien. Mogelijk leidt het tot een scheuring in de vriendenkring. Tot vetes in de familie. Mogelijk stuit het op onbegrip. Maar ik moet het gewoon kwijt. Ik ben vóór Zwarte Piet. Gitzwart als het kan. Geen stroopwafelpieten. Geen witte pieten. Geen veegpieten.

En wel hierom. Juist de lol van Zwarte Piet is het feit niet alleen dat hij zwart is maar dat hij onherkenbaar is. Dat is niet alleen handig als Oom Henk Zwarte Piet komt spelen bij het sinterklaaspartijtje bij de buurkindertjes. Maar ook leuk voor de vader en moeder van de buurkindertjes. Want een groot misverstand is, dat Sinterklaas een kinderfeest is! Sinterklaas is voor mij geen kinderfeest. Sinterklaas is een fenomeen waar ook volwassenen veel lol aan hebben en daar is niets mis mee. Ik heb menig Sinterklaasfeest gevierd zonder één kind erbij. Blauwe pieten dan? Die zijn ook onherkenbaar. Nee. Zwarte Piet is zwarte Piet. “Nou Syl, dat is ook star van je, je kunt het toch “gewoon’ veranderen als men daar moeite mee heeft?”. Veranderen kan best, maar het feit dat iets veranderbaar is, rechtvaardigt nog niet de noodzaak om het persé te veranderen.

Bovendien kun je je afvragen of je iets moet veranderen als er maar een paar mensen moeite mee hebben. Daarmee begeef ik me op glad ijs natuurlijk. Moet je dingen veranderen als er – in verhouding – maar een paar mensen last van hebben? Theo Maassen grapte daar over: “Ja, een groepsverkrachting, daar heeft ook de meerderheid lol van, DUS!”. Daarmee wil hij illustreren dat dat geen argument is. Maar ik vind dat dus van hem weer een slap argument om het daarom géén argument te vinden (kunt je het nog volgen?). Alsof het vergelijkbare zaken betreft.

Als we alles gaan veranderen waar mensen last van kunnen hebben, dan weet ik er ook nog wel een paar. (Ik ben ook gepest op school, en ik kan ondanks dat met plezier naar Tante Sidonia kijken; grote voeten, lang, slungelig en grote neus. En ik zag overal lantaarnpalen en stopnaalden)… Ik vind het natuurlijk niet goed als kinderen worden gediscrimineerd vanwege hun huidskleur. Als ze “gepest” worden en Zwarte Piet genoemd worden. Bovendien ligt pesten vanwege huidskleur mogelijk gevoeliger dan pesten als gevolg van lengte, dikte of dikke brilleglazen (hoewel – de pijn is hetzelfde denk ik).  Maar ik vind dat het geen oplossing is om dan Zwarte Piet op te heffen. Dat vind ik symptoombestrijding. Leer die kinderen dat ze niet moeten pesten. En leer de gekleurde jeugd maar dat er domme mensen op de wereld zijn die graag pesten. Daar hebben ze meer aan dan dat zwarte Piet verbannen wordt.

Feit is gewoon dat het best zou kunnen veranderen, en dat we voor veegpieten kunnen kiezen, maar dat vind ik afbreuk doen aan het vieren van Sinterklaas. Een beetje afbreuk. Maar het gaat mij te ver om te zeggen dat iemand star is als hij het handhaven van Zwarte Piet ondanks het feit dat ermee gediscrimineerd wordt prefereert boven het doorvoeren van een verandering.

En dat slavernijverleden. Ik weet nog wel een paar zaken die kunnen linken met het verleden. Sinterklaas is een op zichzelf staand fenomeen waarbij niemand meer denkt aan het slavernijverleden. En als iemand daar wel aan denkt, dan is dat jammer. Er zullen ook mensen zijn die niet van Halloween houden. Zie je een met bloed besmeurd kinderjurkje hangen. Leuk als je iemand verloren bent aan moord. Of erger. En als we gaan argumenteren kun je ook dit weer weerleggen: “Ja, Syl, maar het feit dat het ene feest wel gehandhaafd wordt op een bepaalde manier wil niet zeggen dat je een ander feest niet kunt aanpassen als dat beter zou zijn.”

Het komt hierop neer: Ik vind het feit dat sommigen moeite hebben met Zwarte Piet niet opwegen tegen het inleveren van de uniciteit van Zwarte Piet. Ik vind het zinvoller om aandacht te besteden aan het pesten en om jeugd weerbaar te maken. Het slavernijverleden vind ik er niets mee te maken hebben en staat wat mij betreft volledig buiten Sinterklaas. Ik zie ook dat er in de discussie soms naar mijn mening oneigenlijke argumenten worden gebruikt. Dan komen er zaken in voor over bepaalde bevolkingsgroepen. Ik ben tegen racisme. En voor Zwarte Piet. En ik ga niet mijn mond houden omdat er met modder wordt gegooid (oeps!).

Ik voel de neiging me beschikbaar te stellen als Zwarte Piet. Maar alleen als ik gitzwart word geschminkt.

Er zijn ergere dingen op de wereld. Daar wordt de hele discussie vaak mee afgedaan. Maar als je niets meer kunt zeggen omdat er ergere dingen op de wereld zijn, dan wordt het erg stil…..  Kijk in dat verband maar naar de prachtige en veelzeggende Ellendetroefkaart van Renske de Greef!

“Syl, dat had ik niet gedacht van jou, dat je je zou mengen in de Zwarte Pieten discussie”. Nee, dat had ik ook niet gedacht. Maar het voelt verdomde goed! Ik kan het nu laten rusten… Ik heb kleur bekend ;-).

Even goede vrienden, hoop ik?

Header: fotobewerking van foto van mij. Door Jenny Kompier. Mooi he?

Schoolslag

Belachelijk is het eigenlijk. Baantjes zwemmen. Lullig in een rijtje van de ene kant van het zwembad naar de andere kant zwemmen. En dan weer terug. Er zijn baantjes voor snellerds. En baantjes voor langzamerds. Meestal vrouwen die zwemmend de toestand in de wereld bespreken. Ik zwem in de middenmoot. Het zwemmen is dodelijk saai. Ik kijk op de klok. Na een uur zwemmen blijkt dat ik maar vijf minuten heb gezwommen. Ik ging maar weer eens zwemmen want het was weleens tijd om eens wat te gaan bewegen. Ik zwem in schoolslag en dan bedenk ik dat ik eigenlijk best weleens graag écht zou willen leren zwemmen. Zo’n stoere borstcrawl bijvoorbeeld. Ja, góed leren zwemmen. Dat is leuk.

Ik trek nog een baantje en kijk jaloers naar de VanDenHoogeband naast me in de baan. Terwijl ik chloorhappend mijn baantjes zwem neem ik me voor dat ik er genoegen mee dat ik domweg een half uur baantjes zwem. Langzaam desnoods, en in een tuttige schoolslag. Maar ik dóe het tenminste! Waarom moet het altijd méér. Wees gewoon blij dat je aan het zwemmen bent! Ik neem me voor niet altijd béter te willen en niet meer altijd hogere eisen te stellen aan mezelf maar me te bepalen wat er wél is; ik ben aan het zwemmen, wat gezond is, zonder enige druk, gezellig met een vriendin, in een zwembad bij je in de buurt, voor vier Euro.

Na het zwemmen liggen we nog 5 minuten in het kikkerbadje te rekken en te strekken. Het is het zwemequivalent voor de lange ontspanningsoefening bij de yoga. En dan lekker douchen en naar huis. Wij evalueren de toestand in de wereld in die 15 minuten durende autorit. Tot de Parkeerplaats waar ik weer in mijn eigen auto stap. En dat is te doen. Onderweg vertel ik dat ik de week erop een dagje vrij heb. Dan zou er een verpleegkundige bij Leo komen zodat ik een hele lange dag voor mezelf heb. Ik vertel dat ik al dagenlang aan het bedenken ben wat ik op die dag ga doen. En dan zegt ze. “Waarom ga je niet fotograferen”. En ik hap naar adem. Ja! Natuurlijk!

Dus maandag ben ik met vriendin Jenny op stap geweest om foto’s te maken. Het was knetterkoud. Maar stikmooi buiten. We rijden naar het Ooltgensplaatse strand, het Achthuizense bos, en dan naar de Grevelingen naar mijn geheime schelpenplek waar een schat aan schelpen ligt. Vol met rijp. Oh wat is het mooi.

IMG_8915Maar door de kou gaan mijn ogen tranen en kan ik de camera niet scherp stellen. En mijn vingers vriezen er af. Aanvankeljik probeer ik nog het geleerde uit de fotocursus in de praktijk te brengen en ik stoei met vooringesteld diafragma. Maar dan zet ik hem op Automatisch! Dat is het baantjes zwemmen in schoolslag van de fotografie zeg maar… Maar je spiegelreflex op automatisch.. Dat had ik me niet voorgenomen en daar léér je niets van. Maar ik vind het best. Ik kan altijd nog in de leermodus maar nu even niet.

Jenny is supergeconcentreerd aan het fotograferen. En even moet ik het kwijt. Ik loop naar haar toe en zeg op samenzweerderige toon: “niet verder vertellen… maar….. ik heb mijn camera op Automatisch”….Ik kijk ondertussen om me heen of niemand me hoort… Het is een biecht, de ultieme bekentenis, en het lucht op. Zo! Het is er uit!. Jenny zegt niets. Kijkt me veelbetekenend aan en pakt zwijgend haar camera. Ze toont me het draaiwieltje met de grote groene streep in lijn met de A. De A van Automatisch! We kijken elkaar aan. Bulderen van het lachen. Lotverbondenheid. Ik ben blij dat ik die dag buiten loop, met mijn camera, met een vriendin, ongecompliceerd heerlijk fotootjes maken. Op Automatisch!

Daarna gaan we naar Restaurant Grevelingen, mijn favouriete plek, een paar kroketten eten. En vervolgens naar de Slikken van de Heen bij de Krammersluizen. We lopen door een prachtig krekengebied. Met onze spiegelreflex natuurlijk. Maar na enige tijd hoor ik Jenny: “Mijn camera doet het niet meer!” En na een tijdje geeft ook mijn camera de geest. Te koud. Triomfantelijk grijnzend grijpen we onze smartphones. En vervolgens lig ik op mijn buik voor een aantal wilde loslooppaarden.

De dag kan niet meer stuk!

20160118_155833

IMG_8880

20160118_153715

 

IMG_8950

20160118_125728

Bemoeial

Eigenlijk ben ik een grote bemoeial. Er schuilt iets belerends in mij. Dat uit zich vooral als ik zie dat mensen zich asociaal gedragen. Zoals op die zonnige dinsdagmiddag, toen ik achter een kleine felgekleurde cabriolet reed waarin twee dames de grootste lol hadden. Een van hen vond het nodig haar tasje op te ruimen en met een grote boog gooide ze de inhoud stuk voor stuk uit de auto. Papier, vuil, rotzooi. Het wagentje was van een kapperszaak en er stond een website op.

Thuisgekomen zocht ik de website op en stuurde via het contactadres een mail waarin ik mijn bevindingen beschreef. Kenteken, lokatie en tijdstip was voldoende om te kunnen traceren wie er in de auto had gezeten. Ik kreeg een mail terug. “Met het schaamrood op de kaken hebben wij uw mail gelezen… Wij hebben deze medewerkster hierop aangesproken blablabla….”….. Zo!

Dat heb ik nog een keer gedaan met een bedrijf waarvan de chauffeur een dikke papierprop uit het raam van de vrachtwagen gooide. En ik wilde het onlangs weer doen omdat een chauffeur zat te poepen naast zijn vrachtwagen. Dat op zich vind ik niet eens zo’n ramp. Maar dat hij vervolgens het witte toiletpapier in grote lappen achterlaat vind ik echt niet kunnen. Helaas kon ik de website niet vinden.

Er schuilt ook een detective in mij. Toen ik nog in een appartementencomplex woonde kreeg ik vaak alle reclame in tweevoud. Duidelijk iemand die zijn portie reclamemateriaal kwijt wilde en in mijn postvak gooide. Ik heb toen een zwart-wit reclame- A4-tje gekopieerd in 10.voud. En deze genummerd. Die vervolgens systematisch in de brievenbussen gegooid zodat ik precies wist welk nummer bij welk huisnummer correspondeerde. En jawel. Na een dag kreeg ik het A4-tje in mijn brievenbus. In de code zag ik dat het nummer 6 was, corresponderend bij het huisnummer van mijn buurvrouw. Die ik er vervolgens ook op aangesproken heb. “Jij gooit toch niet per ongeluk je reclame die je niet meer wilt lezen in mijn postbox he?”. Natuuuuurlijk niet. Sinds die tijd heb ik ook geen dubbele reclame meer ontvangen.

Ik vind dat ik dat ook moet gaan doen als ik eens positief verrast word door chauffeurs die bijvoorbeeld duidelijk even bedanken als je een tijdje hebt gewacht als ze gelost of geladen hebben maar dat zit nog niet genoeg ik mijn systeem. Ontwikkelpuntje!

Ja…. Ik ben nu nog aan het bedenken hoe ik de blikkengooier moet gaan betrappen die hier op de Havendijk allemaal blikjes neersmijt. Maar ik heb er geen zin in tussen de struiken te gaan zitten. En een webcam zie ik niet zitten. Voorlopig ruim ik de blikjes op. Het is vaak van Red Bull…. Ik neig ernaar om bij de plaatselijke supermarkt de blikjes te gaan merken….. en dan bij de kassa te kijken wie welk blikje koopt…..

Ja. Ik zelf ben natuurlijk de braafheid zelve. Op alle gebied. Want neem nu de meergranenbeschuiten. Ik liet pas een pak van die beschuiten vallen bij de Albert Heijn. Dan zijn alle beschuiten gebroken. Even twijfelde ik om het pak terug te leggen en een ongehavend pak te pakken maar ik legde het in mijn winkelmandje. Lul die ik ben. Bij de lunch pak ik de beschuiten. In vele stukjes vis ik de beschuitstukken uit het pak. .. Elk stukje besmeer ik met boter en omslachtig voorzie ik elk stukje van beleg. Maar hoe ga je om met één plakje parmaham en 10 stukjes beschuit….

Een rein geweten heeft zijn prijs…..

Relatie…

Er komt een moment dat het niet meer te ontkennen is; je zit niet meer op één lijn. Zo ook bij ons, na 8 jaar bij elkaar te zijn. Er zijn van die dingen die je altijd samen deed. Maar soms werken die niet meer. Je groeit uit elkaar, de een gaat sneller dan de ander. Eerst lijk je er nog best mee uit de voeten te kunnen, maar dan leidt het verschil tot irritatie, tot opgekropte gevoelens van tekort gedaan zijn, of – de andere kant – tot het gevoel om beperkt te worden in dat wat je wilt.

En uiteindelijk ga je er over praten. Toen Leo steeds vaker ging zeggen dat het geen wedstrijd was. En dat deden wij ook. Dus wij hebben nu samen een oplossing gevonden. We nemen nu in het vervolg twéé schaaltjes met chips. We hebben altijd met één bak gedaan. Maar ik eet sneller dan Leo, en uiteindelijk eet ik dus méér. Fors meer zeg maar. Of het komt door een tekort aan vermogen me te beheersen of doordat Leo uberhaupt niet meer zo snel eet dat weten we niet. Hij wordt in alles trager. En is soms bang zich te verslikken. Maar we zijn tevreden met twee bakjes. Met evenveel chips uiteraard, zorgvuldig gedeeld.

Het is minder romantisch. En het is ook één bakje meer afwas. Maar het geeft rust, het geeft overzicht, en we weten allebei waar we aan toe zijn. We hebben allebei onze autonomie gehouden, en we kunnen er naar ons eigen inzicht van eten. Ons chipsleven is veranderd. Een verbetering. We genieten nu nóg meer van chips. Chips heeft een nieuwe dimensie in ons samenzijn gegeven. Natuurlijk zijn er nog weleens strubbelingen. Welke chips gaan we openmaken, gaan we voor dipsaus en zo ja, welke.

Maar we blijven praten. Bij voorkeur tijdens de borrel, met een schaaltje chips erbij….

Lenen

Ik was niet ontevreden over mezelf. Vastbesloten klikte ik op het aanmeldingsformulier. Ik was goed bezig. Ik ken mijn verantwoordelijkheden. Waarom zou je alles wat je nodig hebt aanschaffen? Delen in plaats van bezitten. De nieuwe economie! Veel duurzamer toch? En ook gewoon veel goedkoper! Er worden huizen gedeeld, kamers, autoś, dus waarom geen huishoudelijke apparaten, tuingereedschap of anderszins? Zelfs voor het delen van echtgenoten is een site! Maar dat was niet de site waar ik me aanmeldde….

Ik meldde me aan voor Peerby, een site waarmee je spullen kunt lenen van je buren. Een mooi initiatief. Waarom spullen kopen die je toch maar een weekend nodig hebt?
Enthousiast vulde ik de gegevens in en per omgaande kreeg ik een mail met de bevestiging. En dat niet alleen. Ik kreeg een persoonlijk bericht van de organisatie dat ik in mijn postcodegebied de eerste was! Dat schiet niet erg op dacht ik dus. Maar de toon in de mail was optimistisch. “U bent onze ambassadeur, en wellicht kunt u anderen in uw omgeving enthousiast maken.” Ja hoor eens, dat was niet de bedoeling…. Heb ik weer. Maar goed, ik dacht een wereldreis begint ook met een eerste stap en hier in Ooltgensplaat zullen tzt toch ook wel mensen voor Peerby voelen. Want zeg nou zelf, heb je ooit zulke krenten gezien. O nee, nee, nee, dat heb ik niet gezegd.

Maar goed, terug naar de praktische kant. Peerby vond wel dat ik dan ook op de site moest zetten wat ik dan wel niet eventueel beschikbaar had. Ik was klaar om de gehele waslijst in te vullen. De bomenzaag! Nou nee, ja, nou, de bomenzaag… Nee, ja, die ga ik niet uitlenen..!! Dan krijg ik hem vast bot terug. No way, nee, niet de bomenzaag. De heggenschaar dan? Tja, nee, de heggenschaar. Is een prachtig ding, maar je zult zien dat ze hem mollen. Grastrimmer? Sorry hoor, maar dan gebruiken ze al je trimdraad. En als je het dan zelf nodig hebt, is het zeker weer op….

Kijk dat lenen is erg super. Dat willen we allemaal wel. Maar dat úitlenen he, dat uitlenen. Daś andere koek. Mindere koek zeg maar. Daag. Aan wildvreemde mensen.
De grashark. Die kunnen ze krijgen. En de schoffel.

Dat vertrouwen-dingetje, van dat uitlenen enzo, dat zit er nog niet zo in…..
Toch vind ik dat iedereen aan de Peerby moet. Zeker de mensen in Ooltgensplaat. Dan beloof ik dat ik ook de bomenzaag op de site zet! En we hebben ook nog een waterstofzuiger. 

Maar eerst wil ik lénen. Lekker dure dingen lenen, van die kwetsbare, electrische, slijtagegevoelige gereedschappen….

                                                                   

Lijstjes

Het wil niet zo vlotten met de structuur in mijn leven. Zelfs nu ik tijdelijk niet werk, en dus mijn tijd volledig op mijn eigen wijze kan indelen, lukt het me niet. Ik hoor je denken. “Waarom zou je?” Nou, gewoon, om wat meer het gevoel te hebben grip op mijn leven te hebben.
Ik had er wel iets op bedacht. Ik zou de week verdelen. Maandag de administratie; rekeningen, correspondentie, uitzoekwerk, computer schonen. Dinsdag de dag voor sport en beweging. Fietsen, wandelen….
Woensdag de dag voor werk in en om het huis en de tuin en klussen. Donderdag de dag om met mijn vak bezig te zijn, netwerkbijeenkomsten, lunches, en activiteiten met mijn website, linkedin. Vrijdag de dag voor uitjes, visite, sociale activiteiten. Weekend nader te bezien.
Uiteraard stond ik mezelf toe de dagen te wisselen als dat agendatechnisch beter uitkwam. Geef toe, ziet er toch uitstekend uit? De controlfreak in mij was tevreden.

Maar ja. Daar komt toch bitter weinig van. De agenda van een echtgenote van een MSA-patient laat zich maar moeilijk structureren. Om over de agenda van die MSA-patient zelf maar niet te spreken. Ons leven heeft geen structuur. Er dient zich van alles aan. Een slaapstoornis waar je voor in de medische slaapstoornissen-molen komt. Een pijnlijke arm waarvoor je in de orthopaedenmolen komt. En dan nog de nodige bureaucratische uitdagingen. Waar moet je beginnen als je een indicatie moet hebben, je woning tzt moet gaan aanpassen, hulp moet gaan aanvragen. Bij wie, wanneer en hoe, en ondertussen switchen we van PGB-aanvraag naar euthanasie-verklaring.
Voornamelijk zaken voor Leo, maar zijn grillige agenda heeft ook invloed op mijn structuurlijstje, temeer omdat ik soms ook mee ga naar afspraken. En uiteraard dienen veel beslissingen over ons toekomstige leven samen genomen te worden omdat het ook mij betreft. En de weken die we hebben gereisd en nog gaan reizen zijn natuurlijk wel super maar helpen niet voor de routine thuis.

Het onregelmatige leven van Leo als schipper/eigenaar van de Hollandsch Diep, een klipper waar hij charters mee voer, leverde feitelijk een heerlijke routine op. Leo had een korte dagtocht, een lange dagtocht of een avondtocht en ik wist weken zo niet maanden tevoren waar ik aan toe was.

De lijstjes werken niet. Zoals Wim Aalbers al schreef, ze passen ook niet in de wereld van mindfullness en zen. Zijn pleidooi voor triage wat inhoudt dat je actiepuntjes ook gewoon schrapt heb ik inmiddels ter harte genomen maar al lezende blijkt dat ik zo eigenlijk al handel. Om met Leo te spreken; als je er niet voor kiest het te doen, blijkt het dus niet zo belangrijk. Is waar. De kunst is er rustig onder te blijven, de grote lijnen te blijven zien, wel bij de dag te leven maar wel echt belangrijke zaken te agenderen. En dan moet ik me gewoon niet schuldig voelen als ik op de fotoclub moet zeggen dat ik er nog steeds niet echt toe gekomen ben om te oefenen met mijn spiegelreflexcamera.

Soms gaan we weer met de camper weg. En dat is heerlijk. Eindje rijden, boodschapje doen, broodje eten, plekje zoeken,  koffie drinken, hapje maken, glaasje drinken, tukkie doen, ontbijtje pakken, eindje rijden…. Heel regelmatig, neigend naar saai. Heerlijk die sleur.
image

Pestblog

Ik zal haar nooit vergeten. Die klasgenote op de lagere school die me jarenlang heeft getreiterd. Die me tot tranen toe heeft gepest en tot de grond heeft afgebrand, gesard en gejend. Navrant detail is dat ze dezelfde voornaam heeft als ik maar discreet als ik ben noem ik hier niet haar achternaam, hoewel ik daar wel erg over heb getwijfeld.

Er waren er meer als zij. Ik was met mijn lengte blijkbaar een goed doelwit. Ik voelde me lang en slungelig. Als ik groepsgewijs werd uitgejouwd, kwamen sommige klasgenootjes later stiekem naar me toe en zeiden dan dat ze het niet hadden gemeend maar dat ze niet anders konden omdat ze anders hun vriendinnetjes kwijtraakten. Het gaf me vreemd genoeg toch troost en het klonk logisch…. Soms leek het wat beter te gaan en op een moment kreeg ik spontaan een paar dropjes uit een hoek die ik niet had verwacht; de hoek van Sylvia en haar maatjes. Ik vond dat toch wel fijn. Er toch even bij te horen, dat er met mij gedeeld werd. Ik weet nog welke snoepjes het waren. Van die zwart-witte TV pastilles. Die ik toevallig ook wel heel lekker vond. Ze lachten ook naar me. Zou ik er dan toch een beetje bij horen? Ik weet nog hoe blij het voelde. Totdat ik zag hoe ze de snoepjes eerst door hun oren haalden en ze daarna met oorsmeer aan mij voerden.

Op de middelbare school werd het beter en uiteindelijk heb ik overleefd. Ben er groot en sterk door geworden, overigens mede doordat ik in de kerk waar ik als kind kwam een warme deken vond. Daar mocht ik de solo zingen, meedoen in het kerstspel, kreeg ik verantwoordelijkheden, werd er niet gepest en was er aandacht en warmte. En ook thuis mocht ik lang en slungelig zijn. Hoewel, lang, mijn opa was 2.07 meter. Friese afkomst he… . Dus alles is betrekkelijk en dat leerde ik ook…. (*)

Ik moest aan dat alles denken toen een medewerkster zich enige tijd geleden bij me meldde met de mededeling dat ze gepest werd. Een vrouw van midden vijftig. Ik heb al haar collega’s bij elkaar geroepen. FNV heeft op internet goede informatie staan over pesten op het werk, en dat heb ik uitgedraaid en besproken. We zijn niet in de welles-nietes modus gesprongen. Want daar gaat het niet over. Wel gaat het om groepsprocessen. Ergens bij willen horen, populair willen zijn en je mond houden omdat je je anders een verrader voelt of bang bent uit de toon te vallen. Groepsprocessen die o zo venijnig kunnen zijn. Om over de groepsprocessen op mondiaal niveau nog maar te zwijgen. Groepsprocessen binnen religies, landen, culturen, wijken…. families…. Heb de collega’s gewezen op hun verantwoordelijkheid. En het heeft geholpen.

Ik tik de naam van mijn voormalige klasgenote eens in op facebook. En ja, daar is ze. Ik herken haar direct. Ze heeft lang, armoedig, futloos haar, met een uitgezakte krul van een goedkoop permanentje. Ze heeft wallen onder haar kleine varkensogen boven haar papperige wangen en ik ben blij. Blij dat ze vies, vet en lomp is geworden. Toch nog gerechtigheid!

(*) By the way…

weightawesome

Sabatticalstress…

Ik koos voor een sabattical-achtige time-out. De ziekte van mijn echtgenoot Leo was reden om even geen werk of opdracht te hebben en samen de kostbare tijd waarin hij nog op de been kan zijn door te brengen. Zo gezegd, zo gedaan. Baan opgezegd, camper klaargemaakt en afgereisd. Allereerst naar Engeland en Schotland. Prachtig. Dan na de kerst richting Griekenland. Maar de tuinman belde. Die stelde voor in januari de boel onder handen te nemen. Het vroor niet dus waarom zouden we wachten? Wij stemden ermee in. Want de tuin vergde veel onderhoud, was ’s winters levensgevaarlijk met gladde vlonders, en met het vooruitzicht van een leven in een rolstoel wilde Leo de tuin flink op de schop.

Griekenland moest dus even wachten en in januari kwamen de tuinlieden. In de stromende regen en ijzige wind werden de bomen gerooid, stenen gelegd en schuttingpalen geslagen. Leo stond hele dagen in de striemende wind te kijken of en zo ja hoe de mannen te werk gingen. Het was koud, modderig en hektisch. De aanblik van graafmachines in de tot dan toe best romantische voortuin en de gapende gaten op de plek waar charmante struikjes hadden gestaan stemden niet vrolijk. “Het wordt mooi he, schat (slik)” piepte ik en ik voelde het in mijn buik. Uiteindelijk dwarrelden de stofwolken letterlijk en figuurlijk neer en werd fase II ingezet; de fase van het timmeren van de rabatdelen op de schuttingpalen. En dat was nu een klusje voor Leo en mij. Dus gingen we aan de slag met zo’n we zo’n 500 strekkende meters schuttingdelen en dat ging niet altijd soepeltjes. Wij hadden op zijn tijd onze gebruikelijke gehakketak. Ziek of niet, sabattical of niet. Zet maar eens een schipper en een facility manager aan het timmeren.

Maar ja, we moeten natuurlijk wel genieten en dan is ruzie niet slim. Quality time mag wat kosten, maar je moet er wel wat voor terugkrijgen. De ROI moet ook hier immers in orde zijn… Een time-out okee, maar dan moet het ook wel wat opleveren! En gehakketak over schuttingdelen drukt op de verkeerde kant van de geniet-balans.

Verder heb ik last van keuzestress. Welke plantjes moeten er in de grond, waar gaan we heen met de camper, waar maak ik een foto van, en wat zal ik eten. Vooral dat laatste; nu heb ik natuurlijk tijd om op internet te kijken naar verantwoorden, meukvrije maaltijden. Maar ik kan niet kiezen. Teveel websites, teveel recepten, veel te veel, te lekker, te verantwoord.

Met sommige zaken word ik daarentegen makkelijker; ik draag dagenlang dezelfde kleding. Een sluimerend decorumverlies….. Maar wel lekker makkelijk. En als ik naar een netwerkbijeenkomst of een beurs ga, dan haal ik mijn rode lederen jasje van stal. Facilitair Nederland herkent me daar inmiddels in en bij bijeenkomsten ben ik zo gemakkelijk traceerbaar. Maar kleding is de uitzondering in mijn keuzeproblematiek. 

Verder is het tobben met keuzestress, kromme rabatdelen en de ongoing geniet-check.
Denk maar niet dat een sabattical makkelijk is!

Maar uiteindelijk wordt het wel mooooi. De Wurft!

Maar uiteindelijk wordt het wel mooooi. De Wurft!


De schutting in wording

De schutting in wording


20140125_140913

20140304_172605