U bent de Sjaak!

Het nieuwe gebouwtje zag er een aantal jaren geleden nog proper en overzichtelijk en maagdelijk leeg uit. Het was het veelbelovende nieuwe optrekje van de plaatselijke oud-ijzer boer. Maar oud-ijzerboeren verzamelen oud-ijzer. Dus om het pandje kwam het vol te staan met oud ijzer en dat laat zich niet zo goed stapelen. De oud-ijzerboer – laten we hem Sjaak noemen – deed zijn naam eer aan, want het was oud ijzer wat de klok sloeg.

Maar het bleef niet bij oud ijzer. Ook electrische apparaten werden aangeleverd en Sjaak was / is er blij mee. “Het wordt allemaal gerecycled” zei Sjaak me pas. “Het gaat naar de dagbesteding en die ontmantelen die apparaten en splitsen het in bruikbare afvalstromen”. Sjaak keek er blij bij. En Sjaak zei dat hij eigenlijk alles wel kon gebruiken. Dat was ook te zien. Want Sjaak heeft er ook plezier in het spul in ware stillevens te stallen. Waar het oude ijzer ophoudt en “brocante” begint is niet duidelijk. Het pandje is dus een kijk-plek geworden en het is wachten op het moment dat Sjaak entréegeld gaat heffen want je kunt spreken van de eerste Ooltgensplaatse folly! De verschijning van Sjaak draagt daar aan bij. Want Sjaak is ook een kleurrijke, niet alledaagse personage.

Ik breng mijn spulletjes met gemengde gevoelens. Oké, hergebruik is duurzaam maar eigenlijk verwacht ik dat het uiteindelijk niet meer gaat werken bij Sjaak. Je kunt dit niet volhouden, denk ik dan. Het slibt dicht. Je kunt het niet meer verwerken. En van stillevens kun je niet leven. Het woord zegt het eigenlijk al een beetje ;-). Stil! Leven! Met alles wat ik breng, en wat niet echt oud ijzer is, werk ik mee aan zijn ondergang, zo voelt het. Ik plemp mijn spulletjes daar. Mooi, want ik ben er vanaf en het scheelt me een ritje naar de stort. Maar Sjaak is oud en wijs genoeg om zelf te weten wat hij doet met alles wat hij aangeboden krijgt. Daar ga ik niet over. Wat hij gebruikt en wat hij er mee doet en wat hij accepteert is zijn keuze… En voorlopig straalt zijn onderkomen wel wat uit aan blijheid en frivoliteit.

Het voelt zo ook een beetje als ik weer een blog post. Ik werk mee aan de allesoverheersende, verstikkende, verstoppende informatiestroom. Die via allerlei kanalen tot je komt. Ik werk aan de totale informatietsunamie. Maar net zoals er bij Sjaak tussen al dat oude ijzer ook juweeltjes zitten, zie ik in alles wat tot me komt vaak interessante informatie. En achtergrondartikelen die er toe doen. Maar je moet kunnen kiezen. Je kunt niet alles wat interessant is lezen. Daar is eenvoudigweg geen beginnen aan. Er is teveel te makkelijk beschikbaar. De zegen en tegelijkertijd het moeilijke van internet.

Onlangs liep ik met vrienden weer een wandeling. Ik zei dat ik het fijn vond om een blog te hebben, omdat mensen – als ze die blog lezen – dan snel weten hoe het met Leo is. En met mij. Maar met dat ik het zei besefte ik dat het een illusie is. Ik kan met die blog niet duidelijk maken hoe het is. Gewoon omdat het teveel is. Maar kan iemand anders met een “normaal” leven dat wel? Kan iemand anders dan wél in een A4-tje duidelijk maken wie hij is, wat hem overkomt, hoe hij daarmee omgaat, wat het met hem doet….. Is ieders leven niet waard om over te bloggen. Te delen. En is ieders leven eigenlijk niet onmogelijk in een blog samen te vatten?

Ik merk dat het fijn is als ik niet alles hoef uit te leggen als mensen mijn blog hebben gelezen. Want als je oprecht geinteresseerd bent en je vraagt hoe het gaat, wat moet je dan zeggen. Dat is een van de moeilijkste dingen. Vooral met een ziekte als MSA. Dan helpt een blog een beetje. Bovendien helpt het mijzelf soms om dingen op een rijtje te zetten.

Ik heb onlangs gevraagd of er mensen zijn die me willen helpen de blogposten die over MSA gaan te vertalen in het Engels. Want internationaal zijn er een aantal kanalen waar mensen en partners met MSA “samen komen” en dan is het vaak toch fijn om informatie te delen. Vragen over medicijnen, voorzieningen, verloop van de ziekte. Ik heb twee vriendinnen gevonden die dat voor me willen doen. Anuscka Berghoef en Ada Krowinkel. Is het toeval dat ze allebei bloggen? Anuska blogt via www.levensjutters.com over bewuste keuzes, simpel leven, terug naar de natuur… met als inspiratie haar emigratie naar Denemarken.
En dit is de blog van Ada.   Het zijn blogs over kunst (ja, dat maakt ze zelf ook!) en aanverwante artikelen, en over de gekte die mensen gewoon vinden. Recent schreef ze over haar ervaringen op de Westbank waar ze een schilderproject met kinderen deed. .

En ja, en met de toezegging van Ada en Anuscka dan introduceer je dus meteen nog een drempeltje om te bloggen. Immers, dan moet een blog er wel toe doen. Want anders zadel je ze nog op met het vertalen van niet-relevante prietpraatblogjes….

Maar ik ga er maar niet teveel over nadenken. Ik blog wat ik voel. Soms blog ik over wat er gebeurt. En dan nog iets. Ik tart alle wetten van het bloggen. Qua timing, qua lengte van de blogs, qua thematiek. Mijn blogs zijn te lang. Ze verschijnen onregelmatig. Ze zijn niet thematisch. Ze zijn niet voor een breed publiek…..

Maar het is maar zo. Ik plemp gewoon weer een blogje op het net. Maar u moet het zo maar zien. U bepaalt wat u er mee doet. U hoeft deze blog niet te lezen…. U kiest. U bent de Sjaak…

 

Te mooi om te gebruiken

Pen gekregen van Jan Lindeman. SSDZ Delft

Pen gekregen van Jan Lindeman. SSDZ Delft

Ik heb een hele mooie pen. Die ik amper gebruik. Hij is namelijk te mooi én hij is me te dierbaar. Ik heb hem gekregen in de jaren 80 van mijn “baas”. Zo noemde je dat in die tijd. Hij kreeg een andere baan en ik kreeg dat bij zijn afscheid. Een pen met goud. Ik ben altijd bang dat ik hem kwijt raak als ik hem meeneem buitenshuis, dus hij blijft in zijn pennenbakje, zodat ik er dus per definitie heel lang mee zal doen.Ik denk dat ik het geërfd heb. Te mooi om te gebruiken was bij ons thuis een bekend fenomeen. Want als je iets gebruikt kun je het kwijtraken of het kan slijten…. Stapels nooit gebruikte handdoeken hadden we. En een heleboel nooit gebruikte kop-en-schotels met jachttaferelen, glaswerk en beddengoed. Het beddengoed en handdoeken werden nog wel tevoorschijn gehaald als je ziek was en de dokter kwam. “Voor ziekendagen” was bij ons dan ook de term als je bedoelde dat iets nooit gebruikt werd.

Te mooi om te gebruiken; ik ben ermee opgegroeid. Vandaar wellicht toch mijn neiging niet automatisch voor nieuw te kiezen als je met tweedehands ook goed uit de voeten kunt. Ik heb dan ook veel tweedehands. Een tweedehands huis, een tweedehands auto, een tweedehands camper, een tweedehands tafel, een tweedehands schip. En ook mijn echtgenoot is tweedehands…

Ik ga er wel ver in. Zo had ik eens mooi kantoormeubilair over als gevolg van inkrimpen van het bedrijf. Het afstaan aan een opkoper deed mijn maag krimpen. Ondertussen werkte ik samen met een interieurontwerpster aan een herinrichting en ik vertelde haar over al die mooie spullen. Toen we een rondgang maakten langs het overtollig meubilair begonnen haar ogen te glimmen. Ze vroeg me of ze de spullen mocht aanbieden aan de zorginstelling waarvoor ze ook een interieurontwerp aan het maken was. Ik vond het geweldig. Meteen een mooie nieuwe bestemming en wij kregen een redelijke vergoeding. De zorginstelling kreeg mooi, degelijk en vooral passend meubilair voor een lage prijs. De ontwerpster schetste haar ontwerp gebaseerd op de meubelen die wij overhadden en iedereen was blij. Voor haar was het minder lucratief. Want zij miste daardoor de marges die ze kon berekenen als zij nieuw meubilair zou inkopen. Maar met haar werkwijze viel ze op. En als blijkt dat je eigenbelang niet voorop staat, heb je een streepje voor. Ik kan haar dan ook van harte aanbevelen (livin).

Het is niet alleen de angst te verliezen of de prijs waarom ik tweedehands vaak een goede zaak vind. Ook uit oogpunt van duurzaamheid en milieu. Economisch gezien is het misschien soms beter nieuw te kopen. Het is dus soms best complex.

Ik koop óók weleens wat nieuws. Twee jaar geleden kochten we doelbewust een kersverse, eerstehands pup. Nog wel een rashond ook. Een uitspatting, terwijl er toch veel tweedehands pups op de markt zijn (en de asiels zitten vol). Dus we leren het wel, soms wil je gewoon “nieuw”. Inmiddels is het nieuwe er af. Maar – en daarin onderscheidt hij zich van overige zaken – we zijn nog regelmatig bang hem kwijt te raken. Tot op heden komt hij als hij hem weer eens gesmeerd is echter vanzelf weer terug. We dreigen dan wel dat hij ingeruild wordt voor een nieuwe. Mormel!

Als je niet terugkomt ruilen we je in!

Als je niet terugkomt ruilen we je in!